De geschiedenis van Schotland
Een beknopte inleiding
De prehistorie
De Romeinse tijd
Vroege Middeleeuwen
De 'middel' Middeleeuwen
Late Middeleeuwen
Reformatie & Renaissance
Industriële revolutie & Victoriaanse tijdperk
De 20e eeuw en nu
Links naar websites met meer informatie over de geschiedenis van Schotland
Inleiding
Schotland heeft een roerige geschiedenis achter de rug en overwinnaars werden vaak verliezers. De 'oude' Schotten (Kelten) bestaan niet meer. We komen nu al een paar jaar in Schotland en begrijpen hun gevoelens van veel Schotten tegenover de Engelsen heel goed en hun streven naar onafhankelijkheid. Schotland is eeuwenlang een verenigd koninkrijk geweest en heeft een eigen geschiedenis. Die vol zit met veldslagen en geweld. Wij houden niet van geweld en hopen op een verenigde wereld met alle ruimte voor individualisme en groepsverbanden, of dat nu Schotten, Friezen, of wat dan ook zijn, je squash-vereniging bijvoorbeeld. Zolang je maar kunt samenwerken en je niet onderdrukt voelt door een andere groep is het goed. En gewapende strijd (zie Ierland) zal nooit iets anders opleveren dan nog meer strijd en haat. De ontwikkeling in Schotland gaat langzaam, maar lijkt toch de goede kant op te gaan: steeds meer onafhankelijkheid en tegelijkertijd samenwerking met anderen, Engeland, de Europese Unie, samenwerken in groter verband dus terwijl de eigen identiteit behouden wordt. Wij zijn ervoor (voor de Schotten dus...)
De jaartallen die genoemd worden zijn vaak bij benadering; zelfs de geschiedkundigen zijn het er niet altijd over eens. Ook hebben we aan de laatste 400 jaar wat minder aandacht besteedt omdat Schotland toen deel uitmaakte van het Britse rijk en de geschiedenis vooral bepaald werd door de Engelsen. Ook hebben we niet alles genoemd wat er voorviel in de Schotse geschiedenis, daarover zijn al hele boekwerken geschreven. Toch kun je hier nog een aardig werkstuk aan overhouden...
De jaartallen die genoemd worden zijn vaak bij benadering; zelfs de geschiedkundigen zijn het er niet altijd over eens. Ook hebben we aan de laatste 400 jaar wat minder aandacht besteedt omdat Schotland toen deel uitmaakte van het Britse rijk en de geschiedenis vooral bepaald werd door de Engelsen. Ook hebben we niet alles genoemd wat er voorviel in de Schotse geschiedenis, daarover zijn al hele boekwerken geschreven. Toch kun je hier nog een aardig werkstuk aan overhouden...
Prehistorie (7.500 - 55 v.Chr.)
Midden-Steentijd, tot 3.500 v.Chr.
De eerste inwoners van Schotland waren jagers-verzamelaars, zoals vrijwel overal in Europa in de Midden-Steentijd. Tegen 4.500 v.Chr. kwamen echter de eerste boeren van het vasteland van Europa aan en vestigden zich in vaste nederzettingen. Grote stukken woud werden platgebrand om ruimte te maken voor graanteelt en weiden voor het vee. Door de aanwezigheid van de zee werden ook langs de kust veel dorpen gesticht zodat men het menu kon aanvullen met vis. Ook vanuit Ierland schijnen kolonisten naar Schotland vertrokken te zijn.
Nieuwe Steentijd, 3.500-2.000 v.Chr.
Rond 3.500 v.Chr. begon de Nieuwe Steentijd en hadden de meeste inwoners zich op een vaste plek gesetteld. Uit diverse vondsten blijkt dat er naast akkerbouw en veeteelt ook al vroeg sprake was van een uitgebreide handel tussen de diverse streken en zelfs met bijvoorbeeld Ierland., Eventuele religies die de groepen hadden, kregen dankzij de vaste woonplaats meer vorm. Terwijl men vroeger overledenen snel moest begraven voor men verder trok, konden nu grotere grafmonumenten worden opgericht. In de Nieuwe Steentijd bouwde men grote grafkamers in kunstmatige heuvels, de cairns, zoals Maes Howe in Orkney. Deze eerbied voor overledenen wijst erop dat men in een leven na de dood geloofde, in wat voor vorm dan ook.
Bronstijd, 2.000-600 v.Chr
De volgende groep immigranten, het Klokbekervolk, geloofde daar in ieder geval in: zij zetten aardewerken bekers, gevuld met drank, in de graven. Ook de mysterieuze steencirkels, waarvan er zo'n 30 zijn ontdekt in Schotland, werden door het Klokbekervolk gebouwd. De stenen werden vaak van ver gehaald en het bouwen moet veel tijd en energie gekost hebben. We weten nog steeds niet precies waarvoor deze cirkels dienden, maar aangezien veel zo zijn geplaatst dat ze op bepaalde tijden binnen de zonnecyclus in één lijn liggen met de zon (en soms de maan), lijkt het te maken te hebben met de wisseling van de jaargetijden. Met het Klokbekervolk begint de Bronstijd. Brons (een legering van koper en tin) was sterker en flexibeler dan de vuursteen die tot dan toe was gebruikt voor bijlbladen en messen. En hiermee kreeg de wapenwedloop (zwaarden, schilden) al in een vroeg stadium in de geschiedenis een flinke stimulans. Betere wapens leidden ertoe dat de nederzettingen zich beter konden verdedigen, maar ook de overvallen namen toe. De eerste grote heuvelforten werden rond 1.000 v.Chr. gebouwd en sommige werden tot ver na de IJzertijd bewoond. Minder spectaculair, maar net zo praktisch, waren de crannogs, kleine nederzettingen op kunstmatige eilanden die uit boomstammen, stenen en kreupelhout werden opgebouwd. Cherry Island in Loch Ness is daar één van.
IJzertijd, 600-55 v.Chr.
Nieuwe groepen van immigranten trokken vanuit het zuiden Schotland binnen: de Kelten. De nieuwelingen begonnen uiteraard te vechten om het reeds verdeelde land en nadat ze rond 400 v.Chr. het ijzer introduceerden en dus betere en sterkere wapens, werden veel van de bronstijd-gemeenschappen overweldigd. In deze tijd werden ook honderden brochs (versterkte torens) gebouwd, vooral op de eilanden in het noorden en westen en langs de Atlantische kust. Ze werden gemaakt van stenen die zonder specie op elkaar werden gestapeld en waren vaak wel 12 meter hoog. Eén van de functies was waarschijnlijk (in latere tijd) ook bescherming tegen de Romeinse slavenhalers. De broch op Mousa (een van de Shetland-eilanden) is he beste bewaard gebleven., In de laatste 2 eeuwen v.Chr. drongen veel `Germaanse stammen uit België het gebied van Schotland binnen.
Aan het einde van deze periode, net voor de komst van Julius Caesar, stopte de Keltische migratie naar het noorden en was Schotland verdeeld in een aantal elkaar bestrijdende stammen die in hun levensonderhoud probeerden te voorzien met akkerbouw (gerst en haver), veeteelt (schapen), de jacht (herten) en visserij. De Romeinen gaven deze stammen de naam Picten vanwege hun tatoeages (Picti betekent 'geverfden').
De eerste inwoners van Schotland waren jagers-verzamelaars, zoals vrijwel overal in Europa in de Midden-Steentijd. Tegen 4.500 v.Chr. kwamen echter de eerste boeren van het vasteland van Europa aan en vestigden zich in vaste nederzettingen. Grote stukken woud werden platgebrand om ruimte te maken voor graanteelt en weiden voor het vee. Door de aanwezigheid van de zee werden ook langs de kust veel dorpen gesticht zodat men het menu kon aanvullen met vis. Ook vanuit Ierland schijnen kolonisten naar Schotland vertrokken te zijn.
Nieuwe Steentijd, 3.500-2.000 v.Chr.
Rond 3.500 v.Chr. begon de Nieuwe Steentijd en hadden de meeste inwoners zich op een vaste plek gesetteld. Uit diverse vondsten blijkt dat er naast akkerbouw en veeteelt ook al vroeg sprake was van een uitgebreide handel tussen de diverse streken en zelfs met bijvoorbeeld Ierland., Eventuele religies die de groepen hadden, kregen dankzij de vaste woonplaats meer vorm. Terwijl men vroeger overledenen snel moest begraven voor men verder trok, konden nu grotere grafmonumenten worden opgericht. In de Nieuwe Steentijd bouwde men grote grafkamers in kunstmatige heuvels, de cairns, zoals Maes Howe in Orkney. Deze eerbied voor overledenen wijst erop dat men in een leven na de dood geloofde, in wat voor vorm dan ook.
Bronstijd, 2.000-600 v.Chr
De volgende groep immigranten, het Klokbekervolk, geloofde daar in ieder geval in: zij zetten aardewerken bekers, gevuld met drank, in de graven. Ook de mysterieuze steencirkels, waarvan er zo'n 30 zijn ontdekt in Schotland, werden door het Klokbekervolk gebouwd. De stenen werden vaak van ver gehaald en het bouwen moet veel tijd en energie gekost hebben. We weten nog steeds niet precies waarvoor deze cirkels dienden, maar aangezien veel zo zijn geplaatst dat ze op bepaalde tijden binnen de zonnecyclus in één lijn liggen met de zon (en soms de maan), lijkt het te maken te hebben met de wisseling van de jaargetijden. Met het Klokbekervolk begint de Bronstijd. Brons (een legering van koper en tin) was sterker en flexibeler dan de vuursteen die tot dan toe was gebruikt voor bijlbladen en messen. En hiermee kreeg de wapenwedloop (zwaarden, schilden) al in een vroeg stadium in de geschiedenis een flinke stimulans. Betere wapens leidden ertoe dat de nederzettingen zich beter konden verdedigen, maar ook de overvallen namen toe. De eerste grote heuvelforten werden rond 1.000 v.Chr. gebouwd en sommige werden tot ver na de IJzertijd bewoond. Minder spectaculair, maar net zo praktisch, waren de crannogs, kleine nederzettingen op kunstmatige eilanden die uit boomstammen, stenen en kreupelhout werden opgebouwd. Cherry Island in Loch Ness is daar één van.
IJzertijd, 600-55 v.Chr.
Nieuwe groepen van immigranten trokken vanuit het zuiden Schotland binnen: de Kelten. De nieuwelingen begonnen uiteraard te vechten om het reeds verdeelde land en nadat ze rond 400 v.Chr. het ijzer introduceerden en dus betere en sterkere wapens, werden veel van de bronstijd-gemeenschappen overweldigd. In deze tijd werden ook honderden brochs (versterkte torens) gebouwd, vooral op de eilanden in het noorden en westen en langs de Atlantische kust. Ze werden gemaakt van stenen die zonder specie op elkaar werden gestapeld en waren vaak wel 12 meter hoog. Eén van de functies was waarschijnlijk (in latere tijd) ook bescherming tegen de Romeinse slavenhalers. De broch op Mousa (een van de Shetland-eilanden) is he beste bewaard gebleven., In de laatste 2 eeuwen v.Chr. drongen veel `Germaanse stammen uit België het gebied van Schotland binnen.
Aan het einde van deze periode, net voor de komst van Julius Caesar, stopte de Keltische migratie naar het noorden en was Schotland verdeeld in een aantal elkaar bestrijdende stammen die in hun levensonderhoud probeerden te voorzien met akkerbouw (gerst en haver), veeteelt (schapen), de jacht (herten) en visserij. De Romeinen gaven deze stammen de naam Picten vanwege hun tatoeages (Picti betekent 'geverfden').
Romeinse tijd (55 v.Chr. - 410 AD.)
55 v.Chr.- 43 n.Chr.
In 55 voor Christus valt Julius Caesar als eerste Romeinse veldheer in Engeland binnen, waarschijnlijk meer om de Romeinse senaat te imponeren dan om werkelijk het land te veroveren. In 54 v.C. herhaalt hij dit nogmaals, maar ondanks zijn overwinningen mislukt de inlijving in het Romeinse Rijk. Maar de Romeinen blijven het proberen. In 43 n.Chr. lukt het ze een gedeelte van Britannië bezet te houden (zie hiervoor ook de Londen-informatie pagina). In het noorden had men nog niet veel last van de Romeinen op invallen van slavenhandelaars na. Wel zorgden de Romeinse invallen ervoor dat grote groepen Kelten vanuit het zuiden naar het noorden emigreerden wat een flinke invasie van Schotland betekende en de nodige strijd tussen de stammen onderling met zich meebracht.
43 - 123
In 60 n.Chr. leidt koningin Boadicea (of Boudicca) van de Iceni een opstand tegen de Romeinen in het zuiden en verdrijft ze daarmee tijdelijk uit Londen. Al snel echter kwamen de Romeinen terug en vestigden opnieuw een Romeinse provincie. In het jaar 80 valt Julius Agricola Schotland (Albion of Caledonia genoemd) binnen en bouwt in eerste instantie een keten van forten. In 84 verslaat hij bij Ardoch (bij de Mons Graupius) een grote legermacht van Schotse stammen die verenigd was onder de Keltische leider Calgacus. Het barre noorden was echter niet interessant genoeg voor de Romeinen en verder lieten ze bewoners met rust. Omgekeerd was dat echter niet het geval en steeds vaker trokken stammen naar het zuiden om invallen te doen en gingen bendes op roofjacht.
123 - ca. 200
In 123 besloot keizer Hadrianus de grenzen te verzegelen met de bouw van de muur van Hadrianus (van de Solway Firth tot de Tyne, 117 km. lang), zodat het zuiden beter beschermd werd. Hierdoor werd voor het eerst ook duidelijk de tweedeling van Britannië zichtbaar. 20 jaar later waagden de Romeinen zich opnieuw in het noorden en bouwden de muur van Antonius tussen de Clyde en de Forth. Ze hielden het gebied 40 jaar bezet, maar gaven daarna hun pogingen op het noorden te onderwerpen, voornamelijk doordat het onherbergzame gebied verovering zo lastig maakte. Het werd nu zaak de stammen in het noorden te houden en te isoleren., Uit deze periode stammen ook de eerste kaarten van en geschriften over Schotland, zoals de onderstaande beschrijving van de Romeinse geschiedschrijver Dio Cassius in 197 van de Schotten: "Ze wonen in hutten en dragen geen kleren of schoenen. De meeste hebben een democratische regering, ze zijn verslaafd aan rooftochten. Ze kunnen honger en kou en allerlei ontberingen verdragen, trekken zich terug in de moerassen en blijven daar dagenlang staan met alleen het hoofd boven water. In de bossen leven ze van bast en wortels."
ca. 200 - 410
In 209 begint keizer Septimus Severus een campagne tegen de Schotten, maar in 211 sterft hij in de strijd tegen de 'Caledoniërs'. De Romeinen trekken zich weer terug in het zuiden achter de muur van Hadrianus en veel is er niet bekend van wat er tussen de stammen zelf voorviel in die tijd., Na de deling van het Romeinse Rijk in 292 begint het verval van het Rijk en de kontakten met Rome namen af. De gedemoraliseerde troepen kregen steeds meer moeite de toenemende invallen het hoofd te bieden., In de 4e eeuw voor het eerst de term Schot (Scoten) gebruikt in een Romeinse kroniek, maar dit had betrekking op de groep (strijdlustige) immigranten die in de Romeinse tijd vanuit Ierland waren gekomen en tot de Keltische stammen behoorden.., In 368 vallen Pictische, Saksische en Schotse stammen gezamenlijk de Romeinen aan en rond 410 worden de Romeinen voorgoed Britannië uitgejaagd., Hoewel veel Britten in het zuiden al eerder in de Romeinse tijd tot het christendom bekeerd waren, kwam het zendingswerk in Schotland pas laat in de 4e eeuw op gang (St. Ninian, 397).
Doordat de Romeinen nooit vaste voet hebben gekregen in Schotland en de Picten zelf geen geschiedschrijving bijhielden is er relatief weinig bekend over wat er intern gebeurde in Schotland. Met het verdwijnen van de Romeinen uit heel Britannië werd er zelfs nog minder gedocumenteerd over het gehele eiland.
In 55 voor Christus valt Julius Caesar als eerste Romeinse veldheer in Engeland binnen, waarschijnlijk meer om de Romeinse senaat te imponeren dan om werkelijk het land te veroveren. In 54 v.C. herhaalt hij dit nogmaals, maar ondanks zijn overwinningen mislukt de inlijving in het Romeinse Rijk. Maar de Romeinen blijven het proberen. In 43 n.Chr. lukt het ze een gedeelte van Britannië bezet te houden (zie hiervoor ook de Londen-informatie pagina). In het noorden had men nog niet veel last van de Romeinen op invallen van slavenhandelaars na. Wel zorgden de Romeinse invallen ervoor dat grote groepen Kelten vanuit het zuiden naar het noorden emigreerden wat een flinke invasie van Schotland betekende en de nodige strijd tussen de stammen onderling met zich meebracht.
43 - 123
In 60 n.Chr. leidt koningin Boadicea (of Boudicca) van de Iceni een opstand tegen de Romeinen in het zuiden en verdrijft ze daarmee tijdelijk uit Londen. Al snel echter kwamen de Romeinen terug en vestigden opnieuw een Romeinse provincie. In het jaar 80 valt Julius Agricola Schotland (Albion of Caledonia genoemd) binnen en bouwt in eerste instantie een keten van forten. In 84 verslaat hij bij Ardoch (bij de Mons Graupius) een grote legermacht van Schotse stammen die verenigd was onder de Keltische leider Calgacus. Het barre noorden was echter niet interessant genoeg voor de Romeinen en verder lieten ze bewoners met rust. Omgekeerd was dat echter niet het geval en steeds vaker trokken stammen naar het zuiden om invallen te doen en gingen bendes op roofjacht.
123 - ca. 200
In 123 besloot keizer Hadrianus de grenzen te verzegelen met de bouw van de muur van Hadrianus (van de Solway Firth tot de Tyne, 117 km. lang), zodat het zuiden beter beschermd werd. Hierdoor werd voor het eerst ook duidelijk de tweedeling van Britannië zichtbaar. 20 jaar later waagden de Romeinen zich opnieuw in het noorden en bouwden de muur van Antonius tussen de Clyde en de Forth. Ze hielden het gebied 40 jaar bezet, maar gaven daarna hun pogingen op het noorden te onderwerpen, voornamelijk doordat het onherbergzame gebied verovering zo lastig maakte. Het werd nu zaak de stammen in het noorden te houden en te isoleren., Uit deze periode stammen ook de eerste kaarten van en geschriften over Schotland, zoals de onderstaande beschrijving van de Romeinse geschiedschrijver Dio Cassius in 197 van de Schotten: "Ze wonen in hutten en dragen geen kleren of schoenen. De meeste hebben een democratische regering, ze zijn verslaafd aan rooftochten. Ze kunnen honger en kou en allerlei ontberingen verdragen, trekken zich terug in de moerassen en blijven daar dagenlang staan met alleen het hoofd boven water. In de bossen leven ze van bast en wortels."
ca. 200 - 410
In 209 begint keizer Septimus Severus een campagne tegen de Schotten, maar in 211 sterft hij in de strijd tegen de 'Caledoniërs'. De Romeinen trekken zich weer terug in het zuiden achter de muur van Hadrianus en veel is er niet bekend van wat er tussen de stammen zelf voorviel in die tijd., Na de deling van het Romeinse Rijk in 292 begint het verval van het Rijk en de kontakten met Rome namen af. De gedemoraliseerde troepen kregen steeds meer moeite de toenemende invallen het hoofd te bieden., In de 4e eeuw voor het eerst de term Schot (Scoten) gebruikt in een Romeinse kroniek, maar dit had betrekking op de groep (strijdlustige) immigranten die in de Romeinse tijd vanuit Ierland waren gekomen en tot de Keltische stammen behoorden.., In 368 vallen Pictische, Saksische en Schotse stammen gezamenlijk de Romeinen aan en rond 410 worden de Romeinen voorgoed Britannië uitgejaagd., Hoewel veel Britten in het zuiden al eerder in de Romeinse tijd tot het christendom bekeerd waren, kwam het zendingswerk in Schotland pas laat in de 4e eeuw op gang (St. Ninian, 397).
Doordat de Romeinen nooit vaste voet hebben gekregen in Schotland en de Picten zelf geen geschiedschrijving bijhielden is er relatief weinig bekend over wat er intern gebeurde in Schotland. Met het verdwijnen van de Romeinen uit heel Britannië werd er zelfs nog minder gedocumenteerd over het gehele eiland.
Vroege middeleeuwen (410 - 1034 AD.)
410 - 843
Uit de weinige berichten die er zijn uit de 5e en 6e eeuw, valt op te maken dat er dan 4 volkeren wonen: de Picten die afstamden van de oospronkelijke Kelten (noordelijke eilanden, de Hooglanden en Laaglanden tot aan Fife), de veel later aangekomen Schotten (aan de noord- en westkust), de Britten (geromaniseerde Kelten, in de Laaglanden in het westen) en de steeds verder naar het noorden oprukkende Angelen (oostkust), Germaanse immigranten van het vasteland die vanuit Noord-Engeland Schotland binnentrokken., De Schotten voeren herhaaldelijk oorlog met de Picten en er kwamen steeds meer nieuwe Schotse immigranten bij vanuit Ierland. Onder hen bevond zich ook St. Columba, die in 563 voet aan wal zette. Hij had een krachtige persoonlijkheid die meer eenheid onder de Schotten wist te bewerkstelligen en (vaak met sukses) de Picten probeerde te bekeren tot het christendom. Uiteindelijk leidde dit in 843 tot de vereniging van Schotten en Picten. De Schotten waren al verenigd (weliswaar als los zand) in het koninkrijk Dalriada dat in de 5e eeuw was gesticht en door onderlinge huwelijken tussen beide volkeren kon Kenneth Macalpine in 843 het nieuwe koninkrijk Alba (later Scotia) stichten.
Hieronder volgen een aantal jaartallen met gebeurtenissen zoals die bekend zijn in de geschiedenis. De jaartallen zijn bij benadering aangezien niet alle geschiedkundigen het hierover eens zijn.
5e eeuw
Volgens de legenden leidt de legendarische koning der Britten, Arthur, een groep Keltische soldaten om binnenvallende heidense Saksen tegen te houden.
501-503
De Schotten (Scoten, een Gaelic-sprekend en christelijk volk) uit Ierland vestigen hun koninkrijk Dalriada in Argyll aan de westkust en westelijke eilanden van Schotland.
563
St. Columba vaart van Ierland naar Argyll om kloosters te stichten, voornamelijk op het eiland Iona. Hij stierf in 597.
600
300 ruiters uit Edinburgh worden door de Engelsen afgeslacht.
685
Slag bij Nechtansmere, waar de Picten onder leiding van Brude de Angelen verslaan en daarmee de zuidgrens van Schotland vastleggen. De Angelse koning Ecgfrith werd door de Picten verslagen. Wel neemt de Pictische koning het Romaanse geloof aan en verwerpt de Keltische kerk.
794
Begin van de Noorse (Vikingen) invasie van Schotland.
802
Vikingen (Denen in dit geval) plunderen Iona.
843
Kenneth MacAlpin verenigt de Schotten en Picten onder zijn leiderschap, de eerste stap naar een verenigd Schotland.
843 - 1034
Door huwelijken en oorlogen breidden Kenneth en zijn opvolgers de grenzen van Scotia langzamerhand uit, totdat in 1034 bijna al het gebied dat nu bekend staat als Schotland onder hun bewind viel. Picten, Schotten en Britten vonden elkaar steeds meer terug door hun gemeenschappelijke Keltische achtergrond en ondertussen ook door het gemeenschappelijke christelijke geloof. Daarnaast kregen ze steeds vaker te maken met een gemeenschappelijke vijand: de Vikingen. Dit waren meestal Noren, maar ook Deense Vikingen kwamen regelmatig langs. De noordelijke eilanden (Orkney en Shetland) stonden zelfs eeuwenlang onder Vikingen en Noorse heerschappij., Hieronder een lijstje met de (regerings)jaren en namen van de koningen van Scotia die in deze periode aan de macht waren, allen lid van het huis Macalpin:
843 - 858 Kenneth I
858 - 862 Donald I
862 - 877 Constantijn I
877 - 878 Aed
878 - 889 Eochaid
889 - 900 Donald II
900 - 942 Constantijn II
942 - 954 Malcolm I
954 - 962 Indulph
962 - 966 Dubh
966 - 971 Culen
971 - 995 Kenneth II; in 973 verslaat hij de Deeense vikingen.
995 - 997Constantijn III
997 - 1005 Kenneth III; in 986 zijn de laatste aanvallen van Noorse vikingen op Iona.
1005 - 1034, Malcolm II
Malcolm II wordt koning door Kenneth III te vermoorden. In 1014 leidt hij de Banffshire Schotten aan tegen de Deense vikingen en verslaat ze. In 1018 verslaan Malcolm de Tweede en Owen van Strathclyde het leger uit Northumbria aan de Tweed in de slag om Carham. Strathclyde wordt geannexeerd door de Schotten. Langzamerhand krijgt Schotland de omvang zoals die nu nog steeds is. Wanneer de koning van Strathclyde sterft wordt Duncan, de kleinzoon van Malcolm II heerser van Strathclyde.
Ondanks alle strijd is Schotland in deze periode uitgegroeid tot een hecht koninkrijk, bestaande uit diverse bevolkingsgroepen. Van clans is nog geen sprake. De eenheid is nooit eerder zo groot geweest en zal ook (vrijwel) nooit meer zo hecht worden.
Uit de weinige berichten die er zijn uit de 5e en 6e eeuw, valt op te maken dat er dan 4 volkeren wonen: de Picten die afstamden van de oospronkelijke Kelten (noordelijke eilanden, de Hooglanden en Laaglanden tot aan Fife), de veel later aangekomen Schotten (aan de noord- en westkust), de Britten (geromaniseerde Kelten, in de Laaglanden in het westen) en de steeds verder naar het noorden oprukkende Angelen (oostkust), Germaanse immigranten van het vasteland die vanuit Noord-Engeland Schotland binnentrokken., De Schotten voeren herhaaldelijk oorlog met de Picten en er kwamen steeds meer nieuwe Schotse immigranten bij vanuit Ierland. Onder hen bevond zich ook St. Columba, die in 563 voet aan wal zette. Hij had een krachtige persoonlijkheid die meer eenheid onder de Schotten wist te bewerkstelligen en (vaak met sukses) de Picten probeerde te bekeren tot het christendom. Uiteindelijk leidde dit in 843 tot de vereniging van Schotten en Picten. De Schotten waren al verenigd (weliswaar als los zand) in het koninkrijk Dalriada dat in de 5e eeuw was gesticht en door onderlinge huwelijken tussen beide volkeren kon Kenneth Macalpine in 843 het nieuwe koninkrijk Alba (later Scotia) stichten.
Hieronder volgen een aantal jaartallen met gebeurtenissen zoals die bekend zijn in de geschiedenis. De jaartallen zijn bij benadering aangezien niet alle geschiedkundigen het hierover eens zijn.
5e eeuw
Volgens de legenden leidt de legendarische koning der Britten, Arthur, een groep Keltische soldaten om binnenvallende heidense Saksen tegen te houden.
501-503
De Schotten (Scoten, een Gaelic-sprekend en christelijk volk) uit Ierland vestigen hun koninkrijk Dalriada in Argyll aan de westkust en westelijke eilanden van Schotland.
563
St. Columba vaart van Ierland naar Argyll om kloosters te stichten, voornamelijk op het eiland Iona. Hij stierf in 597.
600
300 ruiters uit Edinburgh worden door de Engelsen afgeslacht.
685
Slag bij Nechtansmere, waar de Picten onder leiding van Brude de Angelen verslaan en daarmee de zuidgrens van Schotland vastleggen. De Angelse koning Ecgfrith werd door de Picten verslagen. Wel neemt de Pictische koning het Romaanse geloof aan en verwerpt de Keltische kerk.
794
Begin van de Noorse (Vikingen) invasie van Schotland.
802
Vikingen (Denen in dit geval) plunderen Iona.
843
Kenneth MacAlpin verenigt de Schotten en Picten onder zijn leiderschap, de eerste stap naar een verenigd Schotland.
843 - 1034
Door huwelijken en oorlogen breidden Kenneth en zijn opvolgers de grenzen van Scotia langzamerhand uit, totdat in 1034 bijna al het gebied dat nu bekend staat als Schotland onder hun bewind viel. Picten, Schotten en Britten vonden elkaar steeds meer terug door hun gemeenschappelijke Keltische achtergrond en ondertussen ook door het gemeenschappelijke christelijke geloof. Daarnaast kregen ze steeds vaker te maken met een gemeenschappelijke vijand: de Vikingen. Dit waren meestal Noren, maar ook Deense Vikingen kwamen regelmatig langs. De noordelijke eilanden (Orkney en Shetland) stonden zelfs eeuwenlang onder Vikingen en Noorse heerschappij., Hieronder een lijstje met de (regerings)jaren en namen van de koningen van Scotia die in deze periode aan de macht waren, allen lid van het huis Macalpin:
843 - 858 Kenneth I
858 - 862 Donald I
862 - 877 Constantijn I
877 - 878 Aed
878 - 889 Eochaid
889 - 900 Donald II
900 - 942 Constantijn II
942 - 954 Malcolm I
954 - 962 Indulph
962 - 966 Dubh
966 - 971 Culen
971 - 995 Kenneth II; in 973 verslaat hij de Deeense vikingen.
995 - 997Constantijn III
997 - 1005 Kenneth III; in 986 zijn de laatste aanvallen van Noorse vikingen op Iona.
1005 - 1034, Malcolm II
Malcolm II wordt koning door Kenneth III te vermoorden. In 1014 leidt hij de Banffshire Schotten aan tegen de Deense vikingen en verslaat ze. In 1018 verslaan Malcolm de Tweede en Owen van Strathclyde het leger uit Northumbria aan de Tweed in de slag om Carham. Strathclyde wordt geannexeerd door de Schotten. Langzamerhand krijgt Schotland de omvang zoals die nu nog steeds is. Wanneer de koning van Strathclyde sterft wordt Duncan, de kleinzoon van Malcolm II heerser van Strathclyde.
Ondanks alle strijd is Schotland in deze periode uitgegroeid tot een hecht koninkrijk, bestaande uit diverse bevolkingsgroepen. Van clans is nog geen sprake. De eenheid is nooit eerder zo groot geweest en zal ook (vrijwel) nooit meer zo hecht worden.
Middeleeuwen (1034 - 1320 AD.)
11e eeuw
Koningsmoord wordt de hype van de eeuw. De beroemdste moordenaar is echter wel MacBeth, onsterfelijk gemaakt door Shakespeare. Duncan I, de eerste heerser over het gehele Schotland, wordt door zijn oom Macbeth vermoordt. Maar Duncan zelf helpt een handje bij zijn eigen kroning door zijn grootvader Malcolm II te vermoorden. En MacBeth op zijn beurt wordt ook weer vermoord. Hieronder een aantal jaartallen en gebeurtenissen:
Duncan I, 1034 - 1040
Duncan I, koning van Strathclyde na de slag bij Carham, helpt bij de moord op zijn grootvader Malcolm II en wordt koning van een (bijna volledig) verenigd Schotland.
MacBeth, 1040 - 1057
MacBeth ("zoon van het leven", geboren in 1005) is getrouwd met koningin Gruoch (weduwe van Gillacomgain, met één zoon, Lulach). Zij is het meest naaste familielid van Duncan om de troon op te volgen. Het gruwelijke verhaal is uitgebreid bij Shakespeare te lezen en ook in werkelijkheid wordt Duncan I door MacBeth vermoord. Vlak voor zijn vermoording heeft Duncan een zware nederlaag geleden tegen de Engelsen en dat zal zeker hebben meegespeeld in het verlangen van een aantal edelen om een 'sterkere' koning op de troon te hebben.
1057 - 1058
In de slag bij Lumphanan wordt MacBeth op 15 augustus verslagen en gedood door Malcolm Canmore, later Malcolm III; zijn bijnaam was Ceanmor oftewel &aposgrote kop'. In 1054 was hij met een leger vanuit Engeland Schotland binnengevallen. Lulalch (bijgenaamd 'de gek'), de stiefzoon van MacBeth volgt MacBeth op, maar wordt in 1058 door Malcolm vermoord. Met hem begint de regeringsperiode van het huis Canmore dat duurt tot 1290.
1058 - 1093
Malcolm III Canmore regeert over Schotland, terwijl Willem de Veroveraar in 1066 Engeland binnenvalt en zijn macht langzamerhand uitbreidt. In 1069 trouwt Malcolm met Margaret, een AngloSaxische prinses die naar Schotland is gevlucht. Haar komst heeft ook veel engelse invloed op de Schotse Laaglanden en na haar dood wordt ze heilig verklaard., In 1073 is Malcolm III na een nederlaag gedwongen Willem I (de Veroveraar) als heerser te erkennen en uiteindelijk wordt hij op 13 november 1093 bij de slag bij Alnwick gedood. Ook Margaret komt om het leven.
1093 - 1094
Eerste regeringsperiode van Donald Ban oftewel Bane I, de broer van Malcolm III.
1094 - 1094
Zeer korte regeringsperiode van Duncan II; hij wordt vermoord.
1094 - 1097
Donald Ban wordt weer koning.
1097 - 1107
Edgar (2e zoon van Malcolm III) wordt koning van Schotland nadat hij, met de hulp van de Engelsen (William II), Donald Bane heeft verslagen. Ondertussen werd in 1093 Magnus Blootvoet (ook wel Blootbeen) koning van Noorwegen. Net als zijn viking-landgenoten hield hij ervan rooftochten te ondernemen en andere stammen en landen binnen te vallen. In 1097 claimde hij heerschappij over de Schotse eilanden en in 1098 tekent hij een verdrag met Edgar dat alle westelijke eilanden en het schiereiland Kintyre voortaan tot Noorwegen behoren. Dit verdrag houdt stand tot 1266.
12e eeuw
Maar Magnus was nog niet klaar in de regio; hij probeert in 1103 Ierland te veroveren maar komt daarbij om. Desondanks blijft het verdrag met de Schotse koningen in stand. De Schotse koningen van de 12 eeuw, Edgar, Alexander en David, alledrie zonen van Malcolm III, roepen de hulp van de Engelsen in om opstandige Kelten te bestrijden, zoals het onafhankelijke koninkrijk Galloway. Hierdoor krijgen de engelse vorsten en nobelen steeds meer invloed in Schotland.
Alexander I, David I, 1107 - 1124
Wanneer Edgar sterft valt Schotland uiteen. Alexander I wordt koning der Schotten, maar David I wordt koning in Lothian en Strathclyde. De eenheid die in 1034 door Duncan was bereikt is alweer ten einde en heeft nog geen 75 jaar geduurd.
David I, 1124 - 1153
Na de dood van Alexander grijpt David echter de macht en Schotland wordt weer verenigd tot één natie! Zijn regeringsperiode is een van de meest belangrijke in de Schotse geschiedenis. Hij breidt Schotland uit tot voorbij haar huidige grenzen (Northumberland, nu Noord-Engeland, wordt gewoon geannexeerd), hij voert nieuwe wetten in en sticht scholen. Ook geeft hij veel land aan zijn vrienden onder de Normandiërs die met hem meekwamen uit Engeland. David had vele jaren aan het Normandische hof in Engeland gewoond en was zelfs graaf van Northampton en heerser over de landgoederen van Huntingdon. Toen hij terugkeerde in Schotland nam hij veel nieuwe clans mee, waaronder de families Bruce, Balliol, Stewart, Grant, Comyn en Melville - in latere tijden allemaal beroemde namen in de Schotse geschiedenis. De Bruces kregen 200000 are land in zuidwest Schotland. Diezelfde Normandiërs helpen de Engelsen echter David te verslaan in de "Battle of the Standard" bij Northallerton in 1138 en doden duizenden Schotten.
Malcolm IV, 1153 - 1165
Na de dood van David I wordt Malcolm IV koning van Schotland. In 1160 brengt hij Galloway onder Schots gezag. Tot dan toe was het een onafhankelijk koninkrijk geweest., Ondertussen groeit de macht van Sommerled, een Schotse Viking die heerst over de eilanden en clanvader van de Clan Donald is. Hij sterft in 1164.
William I, 1165 - 1214
William I, de Leeuw van Schotland, regeert het land. In 1174 wordt hij door de Engelsen verslagen bij Alnwick en moet het verdrag van Falaise ondertekenen waardoor de Schotten jarenlang tribuut moeten betalen aan Engeland. Ook komt Schotland onder heerschappij van Engeland te staan. In 1179 voegt William de provincie Ross bij Schotland., In 1180 krijgt Inverness een Charter van William(?). In 1189 heeft koning Richard I (Leeuwenhart) van Engeland geld nodig voor een kruistocht en biedt de Schotten aan kastelen terug te geven en zijn feodale heerschappij op te geven in ruil voor 10.000 mark, voor de Schotten in die tijd een onmogelijk hoog bedrag. Het heeft jaren geduurd voor de Schotten dit, mede door hogere belasting te heffen, konden betalen.
13e eeuw
De 13e eeuw was een relatief rustige en voorspoedige eeuw voor de Schotten. Wel liggen in het begin van deze eeuw de wortels van de latere clankonflikten. In het begin van de 13e eeuw begonnen de plaatselijke heersers of "Mormaers" zich titels aan te matigen ten gevolge van Angel-Saksische invloeden. Rond hen ontstonden groepen families en hun horigen waarover zij heersten en recht spraken. Al snel werd iedere clan een feodale maatschappijvorm binnen het grotere rijk en men was trots op zijn clannaam. Uiteraard leidde dit in de loop van de geschiedenis tot vele veten en zelfs veldslagen. Het clansysteem, en dus een vorm van feodalisme, bleef in Schotland tot ver in de 19e eeuw doorwerken.
Alexander II, 1214-1249
Tijdens zijn regering moet Alexander II een aantal opstanden de kop indrkken, verovert in 1222 Argyll, maar sterft uiteindelijk in 1249 in een poging de noordelijke eilanden onder Schots bestuur te brengen.
Alexander III, 1249-1286
Tijdens het bewind van Alexander III kregen de Noren ook de Hebriden en het eiland Man in handen. Om deze bezittingen te verdedigen, zond koning Haakom van Noorwegen in 1263 een grote vloot, maar de Noorse vazallen op de eilanden rebelleerden en kozen partij voor Schotland. In de slag bij Largs behaalden de Schotten een grote overwinning. In 1266 werd het verdrag van Perth opgesteld waarbij Noorwegen alle gebieden moest teruggeven aan Schotland met uitzondering van Orkney en Shetland., In de jaren 70 worden 2 beroemd geworden Schotten geboren: William Wallace en Robert the Bruce.
1286-1290
Alexander laat slechts een troonopvolger na: Margaret, de Noorse. Zij zou trouwen met Edward, de prins van Wales en erfopvolger van de Engelse troon. Ze stierf echter in 1290 waardoor de vereniging van Engeland en Schotland niet doorging.
1290-1296
Er was maar een troonopvolgster, maar na haar dood waren er genoeg troonpretendenten, verre nazaten van het huis Canmore, waaronder de Nederlandse Floris V. Edward werd als scheidsrechter aangesteld. De twee voornaamste kandidaten waren John Balliol en Robert the Bruce. Edward koos Balliol, maar eiste meteen de overgave van heel Schotland en hun steun in de komende strijd tegen Frankrijk. Hoewel Balliol een verdag ondertekende met Edward, weigerden de Schotten Edward's eisen in te willigen. In plaats daarvan sloten ze een pact met de Fransen dat tot 1746 standhield.
1296-1306
In 1296 valt Edward I Schotland binnen en al snel is een groot deel van Schotland bezet. Een Engels bestuur wordt ingesteld, en Schotland's Kroningssteen, de 'Stone of Destiny' wordt naar Westminster in Londen gebracht., Maar door de wreedheden die de Engelsen begaan hadden, ontstond er een nationaal verzet, waarbij William Wallace een belangrijke rol spreelde. Hij bracht burgers, boeren en lagere ridders bijeen om de Engelsen te verdrijven. Na 10 jaar van verbitterde strijd werd hij verraden en in 1305 in Londen geëxecuteerd., In 1306 versloeg Robert de Bruce (die een tijdlang Edward had gesteund) zijn voormalige bondgenoot, Edward.
1306-1320
Robert the Bruce laat zichzelf tot koning kronen, maar moet nog vele veldslagen tegen de Engelsen voeren om de onafhankelijkheid te bereiken. In 1314 wordt de beslissende slag gestreden: de slag bij Bannockburn. Een relatief kleine groep Schotten tegen een overmacht aan Engelsen. De Engelsen worden verpletterend verslagen en er vielen meer dan 30.000 doden (de strijdmacht van de Schoten was hooguit 12.000!). Edward wordt gedwongen het land te verlaten en in de daaropvolgende jaren wordt heel Schotland bevrijd van haar bezetters., In 1320 wordt de Verklaring van Arbroath opgesteld en aangeboden aan de paus. Hij accepeert de verklaring en bevestigt daarmee de onafhankelijkheid van Schotland. Edward en zijn opvolgers weigeren echter Schotland te erkennen.
Koningsmoord wordt de hype van de eeuw. De beroemdste moordenaar is echter wel MacBeth, onsterfelijk gemaakt door Shakespeare. Duncan I, de eerste heerser over het gehele Schotland, wordt door zijn oom Macbeth vermoordt. Maar Duncan zelf helpt een handje bij zijn eigen kroning door zijn grootvader Malcolm II te vermoorden. En MacBeth op zijn beurt wordt ook weer vermoord. Hieronder een aantal jaartallen en gebeurtenissen:
Duncan I, 1034 - 1040
Duncan I, koning van Strathclyde na de slag bij Carham, helpt bij de moord op zijn grootvader Malcolm II en wordt koning van een (bijna volledig) verenigd Schotland.
MacBeth, 1040 - 1057
MacBeth ("zoon van het leven", geboren in 1005) is getrouwd met koningin Gruoch (weduwe van Gillacomgain, met één zoon, Lulach). Zij is het meest naaste familielid van Duncan om de troon op te volgen. Het gruwelijke verhaal is uitgebreid bij Shakespeare te lezen en ook in werkelijkheid wordt Duncan I door MacBeth vermoord. Vlak voor zijn vermoording heeft Duncan een zware nederlaag geleden tegen de Engelsen en dat zal zeker hebben meegespeeld in het verlangen van een aantal edelen om een 'sterkere' koning op de troon te hebben.
1057 - 1058
In de slag bij Lumphanan wordt MacBeth op 15 augustus verslagen en gedood door Malcolm Canmore, later Malcolm III; zijn bijnaam was Ceanmor oftewel &aposgrote kop'. In 1054 was hij met een leger vanuit Engeland Schotland binnengevallen. Lulalch (bijgenaamd 'de gek'), de stiefzoon van MacBeth volgt MacBeth op, maar wordt in 1058 door Malcolm vermoord. Met hem begint de regeringsperiode van het huis Canmore dat duurt tot 1290.
1058 - 1093
Malcolm III Canmore regeert over Schotland, terwijl Willem de Veroveraar in 1066 Engeland binnenvalt en zijn macht langzamerhand uitbreidt. In 1069 trouwt Malcolm met Margaret, een AngloSaxische prinses die naar Schotland is gevlucht. Haar komst heeft ook veel engelse invloed op de Schotse Laaglanden en na haar dood wordt ze heilig verklaard., In 1073 is Malcolm III na een nederlaag gedwongen Willem I (de Veroveraar) als heerser te erkennen en uiteindelijk wordt hij op 13 november 1093 bij de slag bij Alnwick gedood. Ook Margaret komt om het leven.
1093 - 1094
Eerste regeringsperiode van Donald Ban oftewel Bane I, de broer van Malcolm III.
1094 - 1094
Zeer korte regeringsperiode van Duncan II; hij wordt vermoord.
1094 - 1097
Donald Ban wordt weer koning.
1097 - 1107
Edgar (2e zoon van Malcolm III) wordt koning van Schotland nadat hij, met de hulp van de Engelsen (William II), Donald Bane heeft verslagen. Ondertussen werd in 1093 Magnus Blootvoet (ook wel Blootbeen) koning van Noorwegen. Net als zijn viking-landgenoten hield hij ervan rooftochten te ondernemen en andere stammen en landen binnen te vallen. In 1097 claimde hij heerschappij over de Schotse eilanden en in 1098 tekent hij een verdrag met Edgar dat alle westelijke eilanden en het schiereiland Kintyre voortaan tot Noorwegen behoren. Dit verdrag houdt stand tot 1266.
12e eeuw
Maar Magnus was nog niet klaar in de regio; hij probeert in 1103 Ierland te veroveren maar komt daarbij om. Desondanks blijft het verdrag met de Schotse koningen in stand. De Schotse koningen van de 12 eeuw, Edgar, Alexander en David, alledrie zonen van Malcolm III, roepen de hulp van de Engelsen in om opstandige Kelten te bestrijden, zoals het onafhankelijke koninkrijk Galloway. Hierdoor krijgen de engelse vorsten en nobelen steeds meer invloed in Schotland.
Alexander I, David I, 1107 - 1124
Wanneer Edgar sterft valt Schotland uiteen. Alexander I wordt koning der Schotten, maar David I wordt koning in Lothian en Strathclyde. De eenheid die in 1034 door Duncan was bereikt is alweer ten einde en heeft nog geen 75 jaar geduurd.
David I, 1124 - 1153
Na de dood van Alexander grijpt David echter de macht en Schotland wordt weer verenigd tot één natie! Zijn regeringsperiode is een van de meest belangrijke in de Schotse geschiedenis. Hij breidt Schotland uit tot voorbij haar huidige grenzen (Northumberland, nu Noord-Engeland, wordt gewoon geannexeerd), hij voert nieuwe wetten in en sticht scholen. Ook geeft hij veel land aan zijn vrienden onder de Normandiërs die met hem meekwamen uit Engeland. David had vele jaren aan het Normandische hof in Engeland gewoond en was zelfs graaf van Northampton en heerser over de landgoederen van Huntingdon. Toen hij terugkeerde in Schotland nam hij veel nieuwe clans mee, waaronder de families Bruce, Balliol, Stewart, Grant, Comyn en Melville - in latere tijden allemaal beroemde namen in de Schotse geschiedenis. De Bruces kregen 200000 are land in zuidwest Schotland. Diezelfde Normandiërs helpen de Engelsen echter David te verslaan in de "Battle of the Standard" bij Northallerton in 1138 en doden duizenden Schotten.
Malcolm IV, 1153 - 1165
Na de dood van David I wordt Malcolm IV koning van Schotland. In 1160 brengt hij Galloway onder Schots gezag. Tot dan toe was het een onafhankelijk koninkrijk geweest., Ondertussen groeit de macht van Sommerled, een Schotse Viking die heerst over de eilanden en clanvader van de Clan Donald is. Hij sterft in 1164.
William I, 1165 - 1214
William I, de Leeuw van Schotland, regeert het land. In 1174 wordt hij door de Engelsen verslagen bij Alnwick en moet het verdrag van Falaise ondertekenen waardoor de Schotten jarenlang tribuut moeten betalen aan Engeland. Ook komt Schotland onder heerschappij van Engeland te staan. In 1179 voegt William de provincie Ross bij Schotland., In 1180 krijgt Inverness een Charter van William(?). In 1189 heeft koning Richard I (Leeuwenhart) van Engeland geld nodig voor een kruistocht en biedt de Schotten aan kastelen terug te geven en zijn feodale heerschappij op te geven in ruil voor 10.000 mark, voor de Schotten in die tijd een onmogelijk hoog bedrag. Het heeft jaren geduurd voor de Schotten dit, mede door hogere belasting te heffen, konden betalen.
13e eeuw
De 13e eeuw was een relatief rustige en voorspoedige eeuw voor de Schotten. Wel liggen in het begin van deze eeuw de wortels van de latere clankonflikten. In het begin van de 13e eeuw begonnen de plaatselijke heersers of "Mormaers" zich titels aan te matigen ten gevolge van Angel-Saksische invloeden. Rond hen ontstonden groepen families en hun horigen waarover zij heersten en recht spraken. Al snel werd iedere clan een feodale maatschappijvorm binnen het grotere rijk en men was trots op zijn clannaam. Uiteraard leidde dit in de loop van de geschiedenis tot vele veten en zelfs veldslagen. Het clansysteem, en dus een vorm van feodalisme, bleef in Schotland tot ver in de 19e eeuw doorwerken.
Alexander II, 1214-1249
Tijdens zijn regering moet Alexander II een aantal opstanden de kop indrkken, verovert in 1222 Argyll, maar sterft uiteindelijk in 1249 in een poging de noordelijke eilanden onder Schots bestuur te brengen.
Alexander III, 1249-1286
Tijdens het bewind van Alexander III kregen de Noren ook de Hebriden en het eiland Man in handen. Om deze bezittingen te verdedigen, zond koning Haakom van Noorwegen in 1263 een grote vloot, maar de Noorse vazallen op de eilanden rebelleerden en kozen partij voor Schotland. In de slag bij Largs behaalden de Schotten een grote overwinning. In 1266 werd het verdrag van Perth opgesteld waarbij Noorwegen alle gebieden moest teruggeven aan Schotland met uitzondering van Orkney en Shetland., In de jaren 70 worden 2 beroemd geworden Schotten geboren: William Wallace en Robert the Bruce.
1286-1290
Alexander laat slechts een troonopvolger na: Margaret, de Noorse. Zij zou trouwen met Edward, de prins van Wales en erfopvolger van de Engelse troon. Ze stierf echter in 1290 waardoor de vereniging van Engeland en Schotland niet doorging.
1290-1296
Er was maar een troonopvolgster, maar na haar dood waren er genoeg troonpretendenten, verre nazaten van het huis Canmore, waaronder de Nederlandse Floris V. Edward werd als scheidsrechter aangesteld. De twee voornaamste kandidaten waren John Balliol en Robert the Bruce. Edward koos Balliol, maar eiste meteen de overgave van heel Schotland en hun steun in de komende strijd tegen Frankrijk. Hoewel Balliol een verdag ondertekende met Edward, weigerden de Schotten Edward's eisen in te willigen. In plaats daarvan sloten ze een pact met de Fransen dat tot 1746 standhield.
1296-1306
In 1296 valt Edward I Schotland binnen en al snel is een groot deel van Schotland bezet. Een Engels bestuur wordt ingesteld, en Schotland's Kroningssteen, de 'Stone of Destiny' wordt naar Westminster in Londen gebracht., Maar door de wreedheden die de Engelsen begaan hadden, ontstond er een nationaal verzet, waarbij William Wallace een belangrijke rol spreelde. Hij bracht burgers, boeren en lagere ridders bijeen om de Engelsen te verdrijven. Na 10 jaar van verbitterde strijd werd hij verraden en in 1305 in Londen geëxecuteerd., In 1306 versloeg Robert de Bruce (die een tijdlang Edward had gesteund) zijn voormalige bondgenoot, Edward.
1306-1320
Robert the Bruce laat zichzelf tot koning kronen, maar moet nog vele veldslagen tegen de Engelsen voeren om de onafhankelijkheid te bereiken. In 1314 wordt de beslissende slag gestreden: de slag bij Bannockburn. Een relatief kleine groep Schotten tegen een overmacht aan Engelsen. De Engelsen worden verpletterend verslagen en er vielen meer dan 30.000 doden (de strijdmacht van de Schoten was hooguit 12.000!). Edward wordt gedwongen het land te verlaten en in de daaropvolgende jaren wordt heel Schotland bevrijd van haar bezetters., In 1320 wordt de Verklaring van Arbroath opgesteld en aangeboden aan de paus. Hij accepeert de verklaring en bevestigt daarmee de onafhankelijkheid van Schotland. Edward en zijn opvolgers weigeren echter Schotland te erkennen.
Late Middeleeuwen (1320 - 1517)
1320-1371
The Bruces aan de macht; hoewel Schotland nu weer onafhankelijk is en het grotendeels zal blijven, blijft ook de strijd. De 2e Schotse onafhankelijkheidsoorlog breekt uit en de macht van de monarchie lijkt af te nemen.
Robert the Bruce, 1320-1329
In 1326 komt het nieuwe Schotse parlement voor het eerst bijeen. In 1328 tekenen Robert I en Edward III (van Engeland) het verdrag van Northhampton waarin Edward de onafhankelijkheid van Schotland accepteert en Bruce als wettige koning.
1329-1371
David II is nog maar kort aan de macht wanneer in 1332 de 2e Schotse onafhankelijkheidsoorlog uitbreekt. Edward Balliol (zoon van John Balliol) valt, met Engelse hulp, Schotland binnen en verslaat de Schotten bij Dupplin Moor. In 1333 valt ook Edward II binnen en verslaat de Schotten bij Haslidon Hill. David II vlucht naar Frankrijk en wordt in 1346 door de Engelsen verslagen en gevangen genomen wanneer hij probeert de troon terug te winnen. Ondertussen geeft Edward Balliol veel van de Schotse Laaglanden aan Edward en tenslotte de heerschappij over heel Schotland in 1357., In 1349-1350 breekt de Zwarte Dood, oftewel de pest uit in Schotland.
1371-1517
Het huis Stewart aan de macht. David werd opgevolgd door één van zijn rentmeesters, de stewards, vandaar de naam Stewart. Steeds vaker zijn er konflikten tussen de edelen en de kroon en steeds vaker heerst een regent het land.
Robert II, 1371-1390
Onder zijn bewind boeken de Schotten weer een aantal overwinningen in de strijd tegen de Engelsen, maar onderling raken de clans steeds vaker slaags en door de zwakte van zijn regering ontstaan er steeds meer konflikten tussen de edelen en de kroon.
Robert III, 1390-1406
De strijd tussen een aantal clans was zo heftig geworden dat de koning de clans opdroeg een clan-oorlog te voeren. De clans Davidson en Macpherson mochten elk 30 strijders uitzoeken die elkaar op leven en dood moesten bevechten. Robert III was zelf toeschouwer bij deze slag in 1396. De clan van Macpherson won.
1406-1437
In 1402 was de troonopvolger, David, de oudste zoon van Robert III, vermoord en de nieuwe troonopvolger, de jongere zoon James, werd uit veiligheidsoverwegingen naar Frankrijk gestuurd. Hij wordt echter door de Engelsen gevangen genomen en blijft 18 jaar in gevangenschap omdat de Schotse edelen die het land voor hem besturen het hoge losgeld niet willen betalen. Uiteindelijk gebeurt dat in 1424 en James treft het land in chaos aan. Na zijn kroning in 1424 tot James I, pakt hij zijn rivalen hard aan. Murdoch en zijn familie die de jaren ervoor het regentschap hadden vervuld, worden geëxecuteerd. Veel clans moesten het ontgelden, vooral de Highlanders die met minachting door James behandeld werden (in 1427 laat hij 50 clanleiders oppakken in Inverness)., Met harde hand wilde hij weer stabiliteit en orde in het land brengen, maar gedroeg zich daarbij als absolute alleenheerser, een tiran. Veel van de edelen van wie hij steun nodig had maakte hij tot zijn vijanden. Maar ook binnen zijn eigen familie groeide steeds meer het verzet en hij werd uiteindelijk in 1437 door een familie complot vermoord.
1437-1460
James II sluit in 1438 een vedrag met Engeland dat slechts 10 jaar stand houdt.
1460-1488
Onder James III komen Orkney en Shetland onder Schots gezag, door zijn huwelijk met Margaret, dochter van Christiaan I van Denemarken. Zijn dood liet het land in chaos achter, met veel onderlinge strubbelingen tussen de edelen.
1488-1513
James IV wordt aangesteld als koning, maar aangezien hij nog jong is, wordt er eerst een regent aangesteld. Al gauw bleek hij echter een bekwaam en sterk leider te zijn en Schotland floreerde. Maar wanneer Fankrijk, in oorlog met o.a. Engeland, een beroep op Schotland doet op grond van het pact dat beide landen met elkaar hebben, stuurt James een ultimatum aan Henry VIII en valt met een leger Engeland binnen. Het Schotse leger wordt in de slag bij Flodden Field verslagen. James komt ook om en met hem de meeste Schotse edelen en vele clanleiders.
The Bruces aan de macht; hoewel Schotland nu weer onafhankelijk is en het grotendeels zal blijven, blijft ook de strijd. De 2e Schotse onafhankelijkheidsoorlog breekt uit en de macht van de monarchie lijkt af te nemen.
Robert the Bruce, 1320-1329
In 1326 komt het nieuwe Schotse parlement voor het eerst bijeen. In 1328 tekenen Robert I en Edward III (van Engeland) het verdrag van Northhampton waarin Edward de onafhankelijkheid van Schotland accepteert en Bruce als wettige koning.
1329-1371
David II is nog maar kort aan de macht wanneer in 1332 de 2e Schotse onafhankelijkheidsoorlog uitbreekt. Edward Balliol (zoon van John Balliol) valt, met Engelse hulp, Schotland binnen en verslaat de Schotten bij Dupplin Moor. In 1333 valt ook Edward II binnen en verslaat de Schotten bij Haslidon Hill. David II vlucht naar Frankrijk en wordt in 1346 door de Engelsen verslagen en gevangen genomen wanneer hij probeert de troon terug te winnen. Ondertussen geeft Edward Balliol veel van de Schotse Laaglanden aan Edward en tenslotte de heerschappij over heel Schotland in 1357., In 1349-1350 breekt de Zwarte Dood, oftewel de pest uit in Schotland.
1371-1517
Het huis Stewart aan de macht. David werd opgevolgd door één van zijn rentmeesters, de stewards, vandaar de naam Stewart. Steeds vaker zijn er konflikten tussen de edelen en de kroon en steeds vaker heerst een regent het land.
Robert II, 1371-1390
Onder zijn bewind boeken de Schotten weer een aantal overwinningen in de strijd tegen de Engelsen, maar onderling raken de clans steeds vaker slaags en door de zwakte van zijn regering ontstaan er steeds meer konflikten tussen de edelen en de kroon.
Robert III, 1390-1406
De strijd tussen een aantal clans was zo heftig geworden dat de koning de clans opdroeg een clan-oorlog te voeren. De clans Davidson en Macpherson mochten elk 30 strijders uitzoeken die elkaar op leven en dood moesten bevechten. Robert III was zelf toeschouwer bij deze slag in 1396. De clan van Macpherson won.
1406-1437
In 1402 was de troonopvolger, David, de oudste zoon van Robert III, vermoord en de nieuwe troonopvolger, de jongere zoon James, werd uit veiligheidsoverwegingen naar Frankrijk gestuurd. Hij wordt echter door de Engelsen gevangen genomen en blijft 18 jaar in gevangenschap omdat de Schotse edelen die het land voor hem besturen het hoge losgeld niet willen betalen. Uiteindelijk gebeurt dat in 1424 en James treft het land in chaos aan. Na zijn kroning in 1424 tot James I, pakt hij zijn rivalen hard aan. Murdoch en zijn familie die de jaren ervoor het regentschap hadden vervuld, worden geëxecuteerd. Veel clans moesten het ontgelden, vooral de Highlanders die met minachting door James behandeld werden (in 1427 laat hij 50 clanleiders oppakken in Inverness)., Met harde hand wilde hij weer stabiliteit en orde in het land brengen, maar gedroeg zich daarbij als absolute alleenheerser, een tiran. Veel van de edelen van wie hij steun nodig had maakte hij tot zijn vijanden. Maar ook binnen zijn eigen familie groeide steeds meer het verzet en hij werd uiteindelijk in 1437 door een familie complot vermoord.
1437-1460
James II sluit in 1438 een vedrag met Engeland dat slechts 10 jaar stand houdt.
1460-1488
Onder James III komen Orkney en Shetland onder Schots gezag, door zijn huwelijk met Margaret, dochter van Christiaan I van Denemarken. Zijn dood liet het land in chaos achter, met veel onderlinge strubbelingen tussen de edelen.
1488-1513
James IV wordt aangesteld als koning, maar aangezien hij nog jong is, wordt er eerst een regent aangesteld. Al gauw bleek hij echter een bekwaam en sterk leider te zijn en Schotland floreerde. Maar wanneer Fankrijk, in oorlog met o.a. Engeland, een beroep op Schotland doet op grond van het pact dat beide landen met elkaar hebben, stuurt James een ultimatum aan Henry VIII en valt met een leger Engeland binnen. Het Schotse leger wordt in de slag bij Flodden Field verslagen. James komt ook om en met hem de meeste Schotse edelen en vele clanleiders.
Reformatie en Renaissance (1517-1820)
1517-1603
Aanloop naar de Schotse Reformatie en het definitieve einde van de Schotse onafhankelijkheid.
1513-1542
James V is nog een baby wanneer zijn vader wordt gedood en koningin Margaret wordt regentes. In 1528 neemt hij het koningschap zelf op zich. In 1536 vormen Engeland en Wales een Unie. In 1542 wordt James gedood in de slag bij Solway Moss. Mary Stuart, koningin van Schotland wordt in 1542 geboren. In deze periode (1528) werd ook de eerste Protestantse martelaar, Patrick Hamilton, verbrand.
1542-1567
Mary was een week oud toen ze officieel op de troon kwam. Henry VIII van Engeland probeerde haar direkt te koppelen aan zijn 5-jarige zoon Edward om zo Schotland onder zijn heerschappij te krijgen. In 1544 begint hij een reeks vernietigende aanvallen op Schotland, een periode die door de beroemde schrijver Sir Walter Scott later de 'rough wooing' (de woeste hofmakerij) wordt genoemd. De Schotten riepen de hulp van de Fransen in en in 1548 ging de 6-jarige Mary naar Frankrijk om daar met de Franse kroonprins te trouwen. Na diens dood keerde ze in 1561 terug naar Schotland., Hoewel ze zelf rooms-katholiek was, ondernam ze eerst geen aktie tegen het protestantisme., In 1560 had het Schotse parlement het protestantisme op de 1e plaats gesteld door de mis te verbieden en het gezag van de paus niet langer te erkennen. Dit was onder meer een uiting van het Schotse nationalisme, dit keer sterk gericht tegen de onstane afhankelijkheid van Frankrijk. Ook de prediker John Knox had een grote invloed en stookte zoveel hij kon tegen Mary en het katholicisme., Na haar huwelijk met de katholieke Lord Darnley veranderde haar houding echter. Kort daarop werd dit huwelijk ook weer ontbonden en werd Darnley vermoord. Mary huwde voor de derde maal maar moest naar Engeland vluchten toen Schotse edelen, die haar verdachten van medeplichtigheid aan de dood van Darnley en die haar huwelijk met Bothwell niet zagen ziten, in 1567 een staatsgreep pleegden. Haar zoon James VI werd tot koning gekroond, maar onder regentschap van engelsgezinde edelen en hij werd protestants opgevoed.
1567-1603
Mary vlucht naar Engeland en zoekt bescherming bij haar nicht Elisabeth, koningin van Engeland, maar wordt gevangen gezet (18 jaar lang, tot haar dood). Die wantrouwt haar echter omdat Mary zelf jarenlang de Engelse troon had opgeëist en in 1587 laat Elisabeth haar onthoofden. Ondertussen was het protestantisme in Engeland al ver doorgedrongen en ook in Schotland werd de beweging steeds sterker, met de organisatie van de gereformeerde kerk, of Kirk. James VI zag hier echter geen heil in aangezien de quasi-democatrische struktuur en het ontbreken van door de koning aangestelde bisschoppen zijn gezag als koning ondermijnden., Elizabeth sterft kinderloos in 1603 en James VI van Schotland erft het koningschap over Engeland als James I. Daarmee kwam voorgoed een einde aan de onafhankelijkheid van Schotland.
1603-1689
Burgeroorlog tussen monarchie en parlement.
1603-1625
James I van Engeland, voorheen James VI van Schotland, herstelt in 1610 de Schotse bisschoppen in hun macht, waardoor hijzelf ook weer wat meer macht krijgt.
1625-1649
Charles I werd katholiek opgevoed in Engeland en had weinig begrip voor het Schotse reformisme. Een katholiek heerser zag zich als vertegenwoordiger van God op aarde, iets dat totaal tegen de protestantse leer inging. Doordat Karel de reformisten veranderingen probeert op te dringen ontstaat er uiteindelijk een bloedige burgeroorlog (1642, lees meer hierover in dit artikel over Charles I). Ironisch is dat hij de grootste problemen in zijn regeringsperiode kreeg met zijn eigen (Engelse) parlement toen hij dit in 1640 bijeenriep om financiële steun te vragen in de oorlog tegen de Schotten, zijn eigen volk. In 1650 werd hij geëxecuteerd.
1649-1685
De Covenanters (Schotse hervormers) en de zogenaamde Rondkoppen (aanhangers van het Engelse parlement) vochten samen tegen de koning, maar hadden ook onderling ruzie. Na de dood van Charles I werd in Schotland Charles II tot koning uitgeroepen, waar Olivier Cromwell, leider van de Rondkoppen het niet echt mee eens was. Hij viel Schotland binnen en Charles II werd gedwongen te vluchten. Cromwell wilde Engeland tot een republiek maken, maar hoewel dit niet (of slechts korte tijd) lukte, werd het parlement mede dankzij hem een machtig instituut. De kroning van Charles II was de laatste kroning in Schotland (Edinburgh). Na de dood van Cromwell kon Charles II tussen 1660 en 1685 werkelijk voor heerser spelen, maar voor Schotland interesseerde hij zich niet werkelijk. Veel geestelijken werden de (protestantse) kerk uitgewerkt en vervolgd en onderdrukt.
1685-1689
James II (James VII voor Schotland), de broer van Charles werd koning maar moest al snel vluchten toen bleek dat het parlement geen vertrouwen in hem had.
1689-1760
Voornamelijk buitenlandse overheersing over Engeland.
1689-1702
Willem III (Willem van Oranje) en Mary (Stewart of Stuart) II worden koning en koningin van Engeland en dus ook Schotland. Ze bemoeien zich echter nauwelijks met het binnenlands bestuur. In 1700 erkennen de Fransen James III (zoon van James II) als koning van Engeland. Willem was op dat moment in oorlog met Frankrijk. Belangrijkste gebeurtenissen in Schotland zijn de slachting onder de MacDonalds van Glencoe en het Darién-plan. In 1691 had Willem gratie beloofd aan de Hooglanders die zich tegen zijn troonsbestijging hadden verzet, mits ze voor 1 januari 1692 hun trouw aan hem zwoeren. Alasdair MacDonald van Glencoe kwam op het laatste moment, maar werden verhinderd door aanhangers van de koning, om ervoor te zorgen dat de clan werd uitgeroeid. In 1692 ging kapitein Robert Campbell met medestrijders op bezoek bij de MacDonalds en 's nachts roeiden ze de clan uit. Onder de clans werd dit als een zeer ernstig vergrijp beschouwd, degenen vermoorden die je onderdak verlenen.
Het Darién-plan had de bedoeling een Schotse kolonie in Panama te stichten. Door de tegenstand van de koning en kooplieden mislukte dit plan volkomen.
1702-1714
Na de dood van Willem van Oranje werd Anne, dochter van James II koningin. Zij was echter slechts een stropop. De werkelijke macht lag bij John Churchill en zijn vrouw Sarah Jenkins. Door een Act of Union werd in 1707 een definitief einde gemaakt aan het bestaan van de koninkrijken Schotland en Engeland. Voortaan was het Groot-Britannië, als één staat met één parlement en één monarch. En Schotland had geen macht meer om eigen beslissingen te nemen.
1714-1727
Na de dood van Anne wordt de duitser George (uit het huis van Hannover) koning van Engeland. Dit was al beslist in 1701 door het parlement. Hij sprak geen Engels en liet alle staatszaken over aan Sir Robert Walpole. in 1715 vond de eerste Jacobitische opstand plaats, vooral in Schotland, maar ook in Engeland. In eerste instantie werden suksessen behaald, maar al in 1716 werden ze verdreven. Jacobus (James) was de neef van de oude James VII die voor Willem koning was geweest, een Steward.
1727-1760
George II, enige zoon van George I, was eveneens meer Duitser dan Engelsman, maar in ieder geval sprak hij de taal. Na Walpole nam William Pit zijn taak over en bestuurde het land voortvarend. Een volgende Jacobitische opstand (onder leiding van Charles Edward Stuart, ook wel Bonnie Prince Charlie genaamd) kon vanuit Schotland in 1745 eerst diep Engeland binnendringen en veroorzaakte daarmee veel paniek. Uiteindelijk werden ze gekonfronteerd met een superieure Engelse legermacht die hen diep Schotland in terug dreef. In april 1746 troffen de beide legers elkaar op Culloden Moor bij Inverness waar de Jacobieten werden afgeslacht. Na deze opstand werden de tartan, het voeren van wapens en doedelzakspelen in Schotland verboden. Opstandige heersers raakten hun land kwijt en de Hooglanden werden onder militair gezag geplaatst.
1760-1820
George III zorgde voor het mislukken van uitbreiding van het Britse imperium in Noord-Amerika. Mede dankzij zijn houding begonnen de Amerikanen de onafhankelijksoorlog (1774-1783) tegen Engeland die ze ook wonnen. Ook op Europees gebied gebeurt er veel (revoluties e.d.), maar daarover kun je elders meer lezen. In Schotland begon de leegloop en velen vertrokken naar Amerika. Landeigenaren verjoegen hun pachters en dwongen ze tot een karig bestaan door als seizoensarbeider te gaan werken of als keuterboertje.
Aanloop naar de Schotse Reformatie en het definitieve einde van de Schotse onafhankelijkheid.
1513-1542
James V is nog een baby wanneer zijn vader wordt gedood en koningin Margaret wordt regentes. In 1528 neemt hij het koningschap zelf op zich. In 1536 vormen Engeland en Wales een Unie. In 1542 wordt James gedood in de slag bij Solway Moss. Mary Stuart, koningin van Schotland wordt in 1542 geboren. In deze periode (1528) werd ook de eerste Protestantse martelaar, Patrick Hamilton, verbrand.
1542-1567
Mary was een week oud toen ze officieel op de troon kwam. Henry VIII van Engeland probeerde haar direkt te koppelen aan zijn 5-jarige zoon Edward om zo Schotland onder zijn heerschappij te krijgen. In 1544 begint hij een reeks vernietigende aanvallen op Schotland, een periode die door de beroemde schrijver Sir Walter Scott later de 'rough wooing' (de woeste hofmakerij) wordt genoemd. De Schotten riepen de hulp van de Fransen in en in 1548 ging de 6-jarige Mary naar Frankrijk om daar met de Franse kroonprins te trouwen. Na diens dood keerde ze in 1561 terug naar Schotland., Hoewel ze zelf rooms-katholiek was, ondernam ze eerst geen aktie tegen het protestantisme., In 1560 had het Schotse parlement het protestantisme op de 1e plaats gesteld door de mis te verbieden en het gezag van de paus niet langer te erkennen. Dit was onder meer een uiting van het Schotse nationalisme, dit keer sterk gericht tegen de onstane afhankelijkheid van Frankrijk. Ook de prediker John Knox had een grote invloed en stookte zoveel hij kon tegen Mary en het katholicisme., Na haar huwelijk met de katholieke Lord Darnley veranderde haar houding echter. Kort daarop werd dit huwelijk ook weer ontbonden en werd Darnley vermoord. Mary huwde voor de derde maal maar moest naar Engeland vluchten toen Schotse edelen, die haar verdachten van medeplichtigheid aan de dood van Darnley en die haar huwelijk met Bothwell niet zagen ziten, in 1567 een staatsgreep pleegden. Haar zoon James VI werd tot koning gekroond, maar onder regentschap van engelsgezinde edelen en hij werd protestants opgevoed.
1567-1603
Mary vlucht naar Engeland en zoekt bescherming bij haar nicht Elisabeth, koningin van Engeland, maar wordt gevangen gezet (18 jaar lang, tot haar dood). Die wantrouwt haar echter omdat Mary zelf jarenlang de Engelse troon had opgeëist en in 1587 laat Elisabeth haar onthoofden. Ondertussen was het protestantisme in Engeland al ver doorgedrongen en ook in Schotland werd de beweging steeds sterker, met de organisatie van de gereformeerde kerk, of Kirk. James VI zag hier echter geen heil in aangezien de quasi-democatrische struktuur en het ontbreken van door de koning aangestelde bisschoppen zijn gezag als koning ondermijnden., Elizabeth sterft kinderloos in 1603 en James VI van Schotland erft het koningschap over Engeland als James I. Daarmee kwam voorgoed een einde aan de onafhankelijkheid van Schotland.
1603-1689
Burgeroorlog tussen monarchie en parlement.
1603-1625
James I van Engeland, voorheen James VI van Schotland, herstelt in 1610 de Schotse bisschoppen in hun macht, waardoor hijzelf ook weer wat meer macht krijgt.
1625-1649
Charles I werd katholiek opgevoed in Engeland en had weinig begrip voor het Schotse reformisme. Een katholiek heerser zag zich als vertegenwoordiger van God op aarde, iets dat totaal tegen de protestantse leer inging. Doordat Karel de reformisten veranderingen probeert op te dringen ontstaat er uiteindelijk een bloedige burgeroorlog (1642, lees meer hierover in dit artikel over Charles I). Ironisch is dat hij de grootste problemen in zijn regeringsperiode kreeg met zijn eigen (Engelse) parlement toen hij dit in 1640 bijeenriep om financiële steun te vragen in de oorlog tegen de Schotten, zijn eigen volk. In 1650 werd hij geëxecuteerd.
1649-1685
De Covenanters (Schotse hervormers) en de zogenaamde Rondkoppen (aanhangers van het Engelse parlement) vochten samen tegen de koning, maar hadden ook onderling ruzie. Na de dood van Charles I werd in Schotland Charles II tot koning uitgeroepen, waar Olivier Cromwell, leider van de Rondkoppen het niet echt mee eens was. Hij viel Schotland binnen en Charles II werd gedwongen te vluchten. Cromwell wilde Engeland tot een republiek maken, maar hoewel dit niet (of slechts korte tijd) lukte, werd het parlement mede dankzij hem een machtig instituut. De kroning van Charles II was de laatste kroning in Schotland (Edinburgh). Na de dood van Cromwell kon Charles II tussen 1660 en 1685 werkelijk voor heerser spelen, maar voor Schotland interesseerde hij zich niet werkelijk. Veel geestelijken werden de (protestantse) kerk uitgewerkt en vervolgd en onderdrukt.
1685-1689
James II (James VII voor Schotland), de broer van Charles werd koning maar moest al snel vluchten toen bleek dat het parlement geen vertrouwen in hem had.
1689-1760
Voornamelijk buitenlandse overheersing over Engeland.
1689-1702
Willem III (Willem van Oranje) en Mary (Stewart of Stuart) II worden koning en koningin van Engeland en dus ook Schotland. Ze bemoeien zich echter nauwelijks met het binnenlands bestuur. In 1700 erkennen de Fransen James III (zoon van James II) als koning van Engeland. Willem was op dat moment in oorlog met Frankrijk. Belangrijkste gebeurtenissen in Schotland zijn de slachting onder de MacDonalds van Glencoe en het Darién-plan. In 1691 had Willem gratie beloofd aan de Hooglanders die zich tegen zijn troonsbestijging hadden verzet, mits ze voor 1 januari 1692 hun trouw aan hem zwoeren. Alasdair MacDonald van Glencoe kwam op het laatste moment, maar werden verhinderd door aanhangers van de koning, om ervoor te zorgen dat de clan werd uitgeroeid. In 1692 ging kapitein Robert Campbell met medestrijders op bezoek bij de MacDonalds en 's nachts roeiden ze de clan uit. Onder de clans werd dit als een zeer ernstig vergrijp beschouwd, degenen vermoorden die je onderdak verlenen.
Het Darién-plan had de bedoeling een Schotse kolonie in Panama te stichten. Door de tegenstand van de koning en kooplieden mislukte dit plan volkomen.
1702-1714
Na de dood van Willem van Oranje werd Anne, dochter van James II koningin. Zij was echter slechts een stropop. De werkelijke macht lag bij John Churchill en zijn vrouw Sarah Jenkins. Door een Act of Union werd in 1707 een definitief einde gemaakt aan het bestaan van de koninkrijken Schotland en Engeland. Voortaan was het Groot-Britannië, als één staat met één parlement en één monarch. En Schotland had geen macht meer om eigen beslissingen te nemen.
1714-1727
Na de dood van Anne wordt de duitser George (uit het huis van Hannover) koning van Engeland. Dit was al beslist in 1701 door het parlement. Hij sprak geen Engels en liet alle staatszaken over aan Sir Robert Walpole. in 1715 vond de eerste Jacobitische opstand plaats, vooral in Schotland, maar ook in Engeland. In eerste instantie werden suksessen behaald, maar al in 1716 werden ze verdreven. Jacobus (James) was de neef van de oude James VII die voor Willem koning was geweest, een Steward.
1727-1760
George II, enige zoon van George I, was eveneens meer Duitser dan Engelsman, maar in ieder geval sprak hij de taal. Na Walpole nam William Pit zijn taak over en bestuurde het land voortvarend. Een volgende Jacobitische opstand (onder leiding van Charles Edward Stuart, ook wel Bonnie Prince Charlie genaamd) kon vanuit Schotland in 1745 eerst diep Engeland binnendringen en veroorzaakte daarmee veel paniek. Uiteindelijk werden ze gekonfronteerd met een superieure Engelse legermacht die hen diep Schotland in terug dreef. In april 1746 troffen de beide legers elkaar op Culloden Moor bij Inverness waar de Jacobieten werden afgeslacht. Na deze opstand werden de tartan, het voeren van wapens en doedelzakspelen in Schotland verboden. Opstandige heersers raakten hun land kwijt en de Hooglanden werden onder militair gezag geplaatst.
1760-1820
George III zorgde voor het mislukken van uitbreiding van het Britse imperium in Noord-Amerika. Mede dankzij zijn houding begonnen de Amerikanen de onafhankelijksoorlog (1774-1783) tegen Engeland die ze ook wonnen. Ook op Europees gebied gebeurt er veel (revoluties e.d.), maar daarover kun je elders meer lezen. In Schotland begon de leegloop en velen vertrokken naar Amerika. Landeigenaren verjoegen hun pachters en dwongen ze tot een karig bestaan door als seizoensarbeider te gaan werken of als keuterboertje.
Industriële revolutie & Victoriaanse tijdperk (1820-1901)
1820-1830
In Londen regeerde George IV. Ondanks de roep om liberale maatregelen nam hij die niet. In Schotland werd Glasgow de drijvende kracht achter de industriële revolutie, voornamelijk door de aanwezigheid van de haven die de snelste verbinding naar Amerika kon leveren. Naast de emigratie nam ook de handel toe.
1830-1837
William IV.
1837-1901
In Engeland kwam Victoria aan de macht en in deze tijd van revoluties op het vasteland van Europa, gebeurde dat in Engeland niet; liberale maatregelen werden langzamerhand ingevoerd en alles verliep rustiger. Het Britse imperium breidt zich uit, maar naast de rijkdom is er veel armoede. In Schotland breidt de industrie uit en de bevolking concentreert zich op de Laaglanden waar het meeste werk is. Pas tegen het einde van de 19e eeuw begon de industrialisatie ook enige welvaart voor de arbeiders te brengen.
In Londen regeerde George IV. Ondanks de roep om liberale maatregelen nam hij die niet. In Schotland werd Glasgow de drijvende kracht achter de industriële revolutie, voornamelijk door de aanwezigheid van de haven die de snelste verbinding naar Amerika kon leveren. Naast de emigratie nam ook de handel toe.
1830-1837
William IV.
1837-1901
In Engeland kwam Victoria aan de macht en in deze tijd van revoluties op het vasteland van Europa, gebeurde dat in Engeland niet; liberale maatregelen werden langzamerhand ingevoerd en alles verliep rustiger. Het Britse imperium breidt zich uit, maar naast de rijkdom is er veel armoede. In Schotland breidt de industrie uit en de bevolking concentreert zich op de Laaglanden waar het meeste werk is. Pas tegen het einde van de 19e eeuw begon de industrialisatie ook enige welvaart voor de arbeiders te brengen.
De 20e eeuw en nu (1901-2002)
1901-1910
Met de dood van Victoria in 1901, sterft tevens het Victoriaanse tijdperk, dat zich kenmerkte door ingetogenheid, fatsoen (dat uitgroeide tot schijnheiligheid) en zelfvoldaanheid. Edward VII neemt het roer over.
1910-1936
Met George V begint het Britse rijk tekenen van verval te tonen en in 1926 wordt het Gemenebest opgericht, waarin de koloniën iets meer zelfbestuur kregen. Ondertussen gaat het met Schotland steeds slechter. Economisch waren de Schotten erg afhankelijk geweest van de export en tijdens en na de 1e wereldoorlog was de export ingestort. De economische krisis in de jaren 30 maakte het er niet beter op: 28% van de beroepsbevolking was werkeloos en de kindersterfte in Schotland was de hoogste van heel Europa.
1936
Edward VIII, trad binnen enkele maanden om persoonlijke redenen weer af. Schotland merkte er niets van.
1936-1952
George VI regeerde over Engeland tijdens de 2e wereldoorlog en de Schotten waren overal ter wereld in aktie te vinden als strijders voor de westelijke bondgenoten, maar van enig zelfbestuur zoals de vakbonden die voorstonden was geen sprake. Met de ekonomie in Schotland ging het nog steeds niet goed, Engeland leek eerst te komen, dan pas de buitengebieden.
1952-2002
Onder Elizabeth II (ondertussen de langst regerende levende vorst ooit) kregen de nationale partijen in Schotland steeds meer stemmen. In 1979 werden voorstellen om tot decentralisatie van Groot-Britannië te komen in een referendum aan het Schotse volk neergelegd. 40% voorstemmers was vereist, maar slechts 33% stemde daadwerkelijk voor. Blijkbaar waren de Schotten toch bang voor zelfbestuur, of juist gekant tegen de beperkte vorm van het zelfbestuur. Dankzij Labour en Tony Blair kwam er uiteindelijk een referendum waarin de Schotten zich konden uitspreken over een eigen Schots parlement en drie kwart van de bevolking stemde voor. Het Schotse parlement mag nu zelf beslissen over onderwijs, gezonheidszorg, openbare orde, sociale voorzieningen, lokale overheden, ruimtelijke ordening en milieu, landbouw en visserij en sport en kultuur. De zeggenschap over buitenlandse zaken, defensie en over de belangrijkste ekonomische en belastingskwesties blijft echter in Londen.
In 1996 werd de Stone of Destiny, de kroningssteen van Schotland eindelijk teruggebracht naar Schotland, 700 jaar nadat Edward I de steen naar Engeland had meegenomen. Er is, na vele eeuwen weer een Schots parlement, hoe beperkt haar macht ook is. Maar de verschillen tussen Engelsen en Schotten blijven. Een laatste persoonlijke noot: individualisme is heel belangrijk, nationalisme kan heel gevaarlijk zijn. We kennen de Schotten nu een (klein) beetje en snappen hun resentment tegen Engelsen. Maar strijd is geen oplossing, niet voor de Friezen en ook niet voor de Schotten. Meer decentralisatie en toch met zijn allen samenwerken, is dat een idee?
2002-nu
Ondertussen is in 2014 een eerste referendum gehouden over een afscheiding van het Verenigd Koninkrijk en daarbij stemde 55% tegen. Nu de Engelsen hebben aangekondigd uit de EU te willen stappen wil de Schotse regering een tweede referendum omdat een meerderheid van de Schotten bij de EU zou willen blijven. Tot nu (2017) toe verzet Londen zich tegen dit referendum, we zijn benieuwd wat het gaat worden.
Met de dood van Victoria in 1901, sterft tevens het Victoriaanse tijdperk, dat zich kenmerkte door ingetogenheid, fatsoen (dat uitgroeide tot schijnheiligheid) en zelfvoldaanheid. Edward VII neemt het roer over.
1910-1936
Met George V begint het Britse rijk tekenen van verval te tonen en in 1926 wordt het Gemenebest opgericht, waarin de koloniën iets meer zelfbestuur kregen. Ondertussen gaat het met Schotland steeds slechter. Economisch waren de Schotten erg afhankelijk geweest van de export en tijdens en na de 1e wereldoorlog was de export ingestort. De economische krisis in de jaren 30 maakte het er niet beter op: 28% van de beroepsbevolking was werkeloos en de kindersterfte in Schotland was de hoogste van heel Europa.
1936
Edward VIII, trad binnen enkele maanden om persoonlijke redenen weer af. Schotland merkte er niets van.
1936-1952
George VI regeerde over Engeland tijdens de 2e wereldoorlog en de Schotten waren overal ter wereld in aktie te vinden als strijders voor de westelijke bondgenoten, maar van enig zelfbestuur zoals de vakbonden die voorstonden was geen sprake. Met de ekonomie in Schotland ging het nog steeds niet goed, Engeland leek eerst te komen, dan pas de buitengebieden.
1952-2002
Onder Elizabeth II (ondertussen de langst regerende levende vorst ooit) kregen de nationale partijen in Schotland steeds meer stemmen. In 1979 werden voorstellen om tot decentralisatie van Groot-Britannië te komen in een referendum aan het Schotse volk neergelegd. 40% voorstemmers was vereist, maar slechts 33% stemde daadwerkelijk voor. Blijkbaar waren de Schotten toch bang voor zelfbestuur, of juist gekant tegen de beperkte vorm van het zelfbestuur. Dankzij Labour en Tony Blair kwam er uiteindelijk een referendum waarin de Schotten zich konden uitspreken over een eigen Schots parlement en drie kwart van de bevolking stemde voor. Het Schotse parlement mag nu zelf beslissen over onderwijs, gezonheidszorg, openbare orde, sociale voorzieningen, lokale overheden, ruimtelijke ordening en milieu, landbouw en visserij en sport en kultuur. De zeggenschap over buitenlandse zaken, defensie en over de belangrijkste ekonomische en belastingskwesties blijft echter in Londen.
In 1996 werd de Stone of Destiny, de kroningssteen van Schotland eindelijk teruggebracht naar Schotland, 700 jaar nadat Edward I de steen naar Engeland had meegenomen. Er is, na vele eeuwen weer een Schots parlement, hoe beperkt haar macht ook is. Maar de verschillen tussen Engelsen en Schotten blijven. Een laatste persoonlijke noot: individualisme is heel belangrijk, nationalisme kan heel gevaarlijk zijn. We kennen de Schotten nu een (klein) beetje en snappen hun resentment tegen Engelsen. Maar strijd is geen oplossing, niet voor de Friezen en ook niet voor de Schotten. Meer decentralisatie en toch met zijn allen samenwerken, is dat een idee?
2002-nu
Ondertussen is in 2014 een eerste referendum gehouden over een afscheiding van het Verenigd Koninkrijk en daarbij stemde 55% tegen. Nu de Engelsen hebben aangekondigd uit de EU te willen stappen wil de Schotse regering een tweede referendum omdat een meerderheid van de Schotten bij de EU zou willen blijven. Tot nu (2017) toe verzet Londen zich tegen dit referendum, we zijn benieuwd wat het gaat worden.
Websites over de geschiedenis van Schotland
De onderstaande websites zijn de moeite van een bezoek waard voor meer informatie over de geschiedenis van Schotland.
Electricscotland: Hele boekteksten over de geschiedenis van Schotland (Engelstalig)
Britannia.com: Een uitgebreide site met een tijdlijn van de Schotse geschiedenis
Er zijn veel meer sites, maar die hebben betrekking op kleine periodes of zijn te nauw verweven met de Engelse kijk op de geschiedenis van het rijk. Suggesties voor specifieke Schotse geschiedenis sites zijn altijd welkom.
Electricscotland: Hele boekteksten over de geschiedenis van Schotland (Engelstalig)
Britannia.com: Een uitgebreide site met een tijdlijn van de Schotse geschiedenis
Er zijn veel meer sites, maar die hebben betrekking op kleine periodes of zijn te nauw verweven met de Engelse kijk op de geschiedenis van het rijk. Suggesties voor specifieke Schotse geschiedenis sites zijn altijd welkom.