Woensdag 18 mei, naar de Black Isle, shoppen in Ft. William
Na de lange autorit van gisteren gaan we het vandaag weer wat rustiger aan doen. Na een gezellige ochtend met Cathy en Iain wandelen we eerst even door het dorp Beauly en daarna willen we op pad. We konden via de achterdeur wel weer het hotel binnenkomen, zeiden ze. Maar die is goed gebarricadeerd zoals je op de foto ziet. En dat aan beide kanten van de deur dus we komen niet zomaar weer binnen. Aanbellen bij de voordeur levert ons niets op en uiteindelijk bellen we ze maar zodat ze ons weer kunnen binnenlaten om onze spullen te pakken zodat we met de auto op pad kunnen.
We rijden naar Fortrose, 10 kilometer ten noorden van Inverness, waar de ruïne van een 13e eeuwse kathedraal staat. De beruchte Oliver Cromwell was hiervoor verantwoordelijk, hij haalde hiervandaan het bouwmateriaal voor de vesting in Inverness. Zoals zoveel gebouwen in deze omgeving was ook de kathedraal opgetrokken uit rode zandsteen, dat veel in deze omgeving gedolven werd.
Verder is Fortrose een onbeduidend dorp maar net zoals alle Schotse dorpen heeft het hele leuke huisjes en pubs. Iets wat ik Nederland zo mis! In Nederland worden oude gebouwen vaak afgebroken om door nieuwe vervangen te worden terwijl hier de oude huisjes vaak compleet geïsoleerd worden en van binnen gerenoveerd zodat er van buiten niets wordt veranderd en alles heel origineel en oud lijkt.
Daarna rijden we nog door naar Rosemarkie waar we deze pub langs de weg tegenkomen. Maar ondanks het spandoek met 'Good pub food' erop is het niet open en rijden we over de Black Isle terug naar Inverness. Daar verkennen we nog even wat weggetjes waar we nog nooit gereden hebben, tenminste volgens Teije. Het zijn smalle wegen en we komen er een hele boze vrouw tegen als we even niet snel genoeg aan de kant gaan op de weg. Dan moet ze maar niet zo afgelegen gaan wonen! Ze kan in ieder geval bellen want er staat een telefooncel.
We zijn op tijd weer terug in het hotel waar we alweer, ongevraagd, een lekkere maaltijd krijgen. De avond brengen we met onze vrienden door, op de een of andere manier hebben we altijd genoeg te bespreken. Weinig foto's, weinig avonturen, maar toch hebben we een heerlijke dag gehad.
Donderdag 19 mei 2011, Shoppen in Ft. William
Het is donderdag en we weten dat op die dag een markt in Fort William wordt gehouden waar een echtpaar staat dat hele mooie stenen beeldjes maakt. We nemen al een paar jaar een aantal mee maar ze zijn erg zwaar dus er zijn altijd wel nieuwe die we nog niet hebben. Er is ook een winkeltje met t-shirt met leuke opschriften waar we langs gaan als we in Ft. William zijn.
De afstand is zo'n 100 kilometer maar je moet er bijna 2 uur voor uittrekken want veel sneller gaat het niet, zeker als je ook nog af en toe uitstapt voor een foto. In de buurt van Spean Bridge krijgen we de eerste bergtoppen van het Ben Nevis gebied te zien. De hoogste berg van het Verenigd Koninkrijk is de Ben Nevis met 1.345 meter en het grootste deel van het jaar ligt er sneeuw, ook nu nog.
Een mooi uitzicht op de bergen heb je vanaf het Commando Memorial, iets voorbij Spean Bridge, op de kruising van de A82 en de B8004 die naar het westen gaat. Het is een monument voor de Britse Commando's die in dit gebied trainden tijdens de 2e wereldoorlog. Vanaf het treinstation van Spean Bridge moesten de soldaten (na een 14-urige reis) binnen een uur naar het trainingscentrum lopen: 11 kilometer met een bepakking van 16 kilo. Wie er niet binnen een uur was, werd meteen terug gestuurd.
We komen hier regelmatig langs en af en toe stoppen we om even rond te kijken. Maar er staat vandaag een harde wind en zonder jas is het toch wel erg koud.
Behalve het bekendste oorlogsmunument in Schotland is het ook een toeristische plek geworden vanwege het prachtige uitzicht dat je hier hebt. Er is ook een Garden of Remembrance waar nog steeds af en toe de as wordt uitgestrooid van overleden oorlogscommando's, ook uit latere oorlogen zoals die in Irak.
Behalve het bekendste oorlogsmunument in Schotland is het ook een toeristische plek geworden vanwege het prachtige uitzicht dat je hier hebt. Er is ook een Garden of Remembrance waar nog steeds af en toe de as wordt uitgestrooid van overleden oorlogscommando's, ook uit latere oorlogen zoals die in Irak.
Snel daarna zijn we in een regenachtig Fort William waar de winkelstraat er maar verlaten bij ligt. Gelukkig vinden we nog wel een paar mooie beeldjes voor in de tuin maar geen t-shirts met grappige teksten. De beeldjes zijn volgens een speciaal procedé gemaakt en zijn zwart-grijzig en heel zwaar. Ze kunnen goed tegen vorst en eigenlijk hebben we nog nooit ergens anders zulke beeldjes gezien. En ze zijn releatief erg goedkoop, de duurste die we ooit gekocht hebben, een waterbak voor vogels van 60 centimeter hoog met een eekhoorntje en elfje op de voet, was 20 pond.
Hoewel het weer niet meewerkt maken we de lange route via Invergarry en dan naar het westen, naar Kyle of Lochalsh bij de brug naar het eiland Skye. Vooral het laatste stuk is een prachtige route. Qua natuur is er niets mooiers dan de noordelijke westkust van Schotland (vinden wij).
We stoppen even bij het treinstation vanwaar een verbinding loopt met Inverness en drinken ergens wat. Het is af en toe even droog maar als we terugrijden vinden we het te koud en te somber om foto's te maken dus hebben we er niet zoveel vandaag.
In Beauly treffen we nog meer oude bekenden en we praten tot laat in de avond want het is onze laatste nacht hier. Morgen gaan we een stukje naar het zuiden en dan overmorgen naar het eiland Arran waar we voor een week een huisje hebben gehuurd.
We stoppen even bij het treinstation vanwaar een verbinding loopt met Inverness en drinken ergens wat. Het is af en toe even droog maar als we terugrijden vinden we het te koud en te somber om foto's te maken dus hebben we er niet zoveel vandaag.