Donderdag 05 mei, een ritje naar Glen Cannich
Vandaag (en alle dagen dat we in Beauly zijn) gaan we het lekker rustig aan doen. We willen wat meer tijd doorbrengen met Iain en Cathy, dus we zullen maar een enkele lange dagtocht maken en vooral in de buurt blijven. Tenslotte zien we ze maar 1x per jaar en het zijn toch goede vrienden geworden. Na een laat ontbijt (we nemen in Schotland eigenlijk altijd hetzelfde: ik zacht gebakken eitjes op toast en Teije scrambled eggs met toast en een pot thee), gaan we op pad.
We rijden achter Beauly de heuvels in en komen direkt op allerlei smalle weggetjes terecht met mooi uitzicht op het dal. Beauly zelf ligt aan een baai en vanuit het dorp lijkt de omgeving vrij vlak maar dat is absoluut niet zo. In de buurt van Crask of Aigas zien we dit landhuis, het House of Aigas waar nu een veldstudie-centrum gevestigd is.
De temperatuur is niet zo hoog als gisteren, zo'n 12 graden en af en toe valt er een buitje, maar meestal schijnt de zon. Typisch Schots weer, het ene moment rijd je in de regen, het volgende in de zon. Het is mei dus we hopen dat we toch ook nog een paar dagen met wat warmer weer treffen.
Bij Cannich gaan we de single track road op die de glen inloopt, een smal weggetje door een prachtig gebied. Andere keren hebben we hier veel herten gezien en ook dit keer zijn ze er in grote getale. Ze liggen en lopen vlaks langs de weg alsof ze helemaal niet schuw zijn.
Dat zal ook komen doordat sommige huiseigenaren de dieren voeden, maar toch mag er op ze gejaagd worden in juli en augustus. Op dit moment voelen ze zich in ieder geval redelijk veilig en blijven rustig staan wanneer we de auto uitstappen om ze te fotograferen.
Schapen op de weg zijn hier ook de normaalste zaak van de wereld en een watervalletje hier en daar hoort ook helemaal bij Schotland. Het voelt alsof we hier alweer weken zijn in plaats van slechts één dag! We steken onze hand op naar iedere auto die ons tegemoet komt en zij naar ons, een goed Schots gebruik op smalle weggetjes als deze. Echt druk is het er natuurlijk niet, want de weg loopt dood en we zullen het hele eind ook weer terug moeten om de glen uit te komen.
En lochs, die horen er natuurlijk ook bij. Schotland is een waterrijk land en dat zie je wel aan al het groen dat niet alleen door regen gevoed wordt. Het landschap is daardoor niet alleen ruig en onherbergzaam maar heeft ook iets lieflijks. Wij vinden het in ieder geval prachtig.
Op de terugweg naar Beauly nemen we allemaal kleine weggetjes die langs verscholen dorpjes voeren en vaak niet meer zijn dan een pad. Af en toe komen we een inwoner tegen zodat we een passeerplekje moeten zoeken, maar meestal zijn die niet ver uit de buurt en niemand maakt zich druk wanneer je even achteruit moet rijden.
Op één van de vele doodlopende weggetjes komen we ineens een steencirkel tegen die we al eens eerder hebben gezien toen Iain ons door de buurt rondreed. Deze steencirkel is vooral bijzonder omdat hij in de tuin van iemand staat, bij het dorpje Lonbuie. Gewoon een stukje prehistorie in je eigen voortuin, dat heeft lang niet iedereen.
Teije wil altijd alle mogelijke weggetjes afrijden (en streept ze ook aan op de kaart die bijna uit elkaar valt) en we vinden er weer een heel aantal waar we nog niet eerder zijn geweest, voornamelijk doodlopende weggetjes. En ook al komt er waarschijnlijk nooit iemand, toch staan er regelmatig waarschuwingsborden, zoals: pas op, passing ducks, overstekende eenden! Er zullen wel meer van die gestoorde toeristen als wij rondrijden, die ieder klein weggetje induiken.
De avond brengen we door in de pub met Cathy terwijl Iain de klanten bedient. Af en toe komt hij er even bij en we laten ze wat foto's zien van afgelopen reizen, sinds we hier voor het laatst waren. En natuurlijk van onze kleindochter Esmée waarvan we 700 foto's op de laptop hebben staan die Cathy allemaal met plezier bekijkt (en wij krijgen er ook geen genoeg van). Ook ontmoeten we weer een aantal oude bekenden in de pub en zo wordt het al gauw weer heel laat voordat we in bed liggen