Vrijdag 07 juli, Loch Ness, Urquhart kasteel en naar de noordelijke Hooglanden
Deze dag is voor Loch Ness bestemd. Via Inverness rijden we zuidwaarts langs de westelijke oever van het meer tot aan Drumnadrochit. Daar bezoeken we eerst één van de Loch Ness Monster Exhibitions. Of het de Original of de Official is, weten we niet meer, de meest noordelijke. Het schijnt echter niet veel uit te maken. Na dit bezoek hebben we toch ernstige twijfels over het bestaan van het monster, maar we blijven uitkijken.
Vanaf de weg is Castle Urquhart al mooi om te zien, van dichterbij is het een plaatje. Een ruïne zoals je verwacht, al is het moeilijk voor te stellen dat mensen hier ooit echt hun leven moesten doorbrengen.
Ook de doedelzakspeler staat er zijn deuntjes te blazen en Lies wil nog steeds weten of ze er nou wel of niet iets onder dragen. Binnen 2 weken wordt het mysterie opgelost...
Ook de doedelzakspeler staat er zijn deuntjes te blazen en Lies wil nog steeds weten of ze er nou wel of niet iets onder dragen. Binnen 2 weken wordt het mysterie opgelost...
Het kasteel is in de 14e eeuw gebouwd ter verdediging van de Great Glen in de onafhankelijkheidsoorlog tegen de Engelsen. In 1692 werd het opgeblazen, maar nog steeds kun je zien dat dit een machtig bolwerk moet zijn geweest dat niet gemakkelijk te veroveren was.
En verder is dit kasteel beroemd vanwege de ligging aan Loch Ness en de nabijheid van het beruchte monster. De meeste foto's ervan zijn vlakbij dit kasteel, in de baai van Urquhart, gemaakt. Het water schittert en rimpelt, maar geen spoor van het monster.
Wat ons betreft heeft deze plek helemaal geen monster nodig om toeristen aan te trekken; de ruïnes en de ligging ervan zijn aantrekkelijk genoeg voor toeristen om op af te komen.
Hierna rijden we naar het zuiden tot aan Fort Augustus en gaan dan de oostelijke kant van het meer langs, over een single track road, een smal weggetje waar desalniettemin ook grote toeristenbussen (dubbeldeks) overheen rijden. Eigenlijk is dit een veel betere weg om van het meer en het landschap te genieten en wie tijd heeft moet zeker deze weg eens volgen.Wat ons betreft heeft deze plek helemaal geen monster nodig om toeristen aan te trekken; de ruïnes en de ligging ervan zijn aantrekkelijk genoeg voor toeristen om op af te komen.
In de loop van de middag komen we terug in Inverness en hebben nog net tijd om naar het VVV te gaan, om informatie in te winnen over overnachtingsmogelijkheden. We nemen stapels folders mee, vergelijken wat en komen uit op een obscuur hotelletje, alweer in Beauly. We besluiten er gewoon eens heen te rijden en zien dat we er gisteren ook al voor hadden gestaan. Afgebladderde groene raamkozijnen, een ruitje waardoor je bijna niets ziet, mmmm... Wat moeten we ervan denken? Gisteren vonden we het er te aftands en on-uitnodigend uitzien, maar ze hebben ook een pub.
Dus besluiten we even naar binnen te gaan om een biertje (Teije) en een kop koffie (Lies) te drinken. En binnen 10 minuten zijn we verkocht. Hier horen we helemaal thuis. De eigenaren, Iain en Cathy, zijn zeer sympathiek en we hebben direkt kontakt met de mensen die in deze lokale pub zitten en binnenkomen. Geen gedoe, geen franje, maar dat hadden we aan de buitenkant al gezien. We nemen een kamer en die blijkt heel ruimen schoon te zijn met nog een aparte zitkamer erbij; we voelen ons volkomen gelukkig. Hier willen we wel een tijdje blijven.
Zaterdag 08 juli 2000, de noordelijke Hooglanden, Durness, Tongue
Vandaag gaan we een lange rit maken, de noordelijke Hooglanden in. Via de A835 rijden we eerst richting westkust en Ullapool. De bewolking hangt laag, af en toe bijna mistig, maar de zon doet steeds z'n best om er doorheen te komen. De bergen (heuvels) van Schotland vinden we prachtig om te zien; op de één of andere manier zijn ze woest, maar stralen ze ook iets lieflijks uit. Misschien komt het door de lichte glooiïngen die je zo goed ziet omdat de rotsen nauwelijks begroeid zijn, maar misschien ook wel juist doordat bijna alle rotsen in ieder geval een beetje begroeid zijn, waardoor je van die mooie groene tinten krijgt.
Bij Loch Asynth komen we langs de ruïne van kasteel Ardvreck dat in de 16e eeuw werd gebouwd. Je kunt hier zelfs trouwen, ook al is het een ruïne!
Voorbij Loch Asynth slaan we links af en gaan via de B869 langs de kust naar het noorden en al snel wordt de smalle weg geblokkeerd door een kudde koeien. Wij hebben alle tijd en genieten van dit schouwspel.
Voorbij Loch Asynth slaan we links af en gaan via de B869 langs de kust naar het noorden en al snel wordt de smalle weg geblokkeerd door een kudde koeien. Wij hebben alle tijd en genieten van dit schouwspel.
Deze weg wordt door de lokale bevolking ook wel de Breakdown Zone genoemd, vanwege de vele ongelukken die er 's zomers gebeuren, niet alleen door het klungelige rijgedrag van de toeristen maar ook door het loslopende vee.
Het landschap is hier bezaaid met kleine lochjes en langs de kust zijn er mooie kliffen en strandjes te ontdekken. Het volgen van deze smalle weg die zich door dit fantastische landschap heenkronkelt is dan ook een waar genoegen.
Uiteindelijk komen we weer terug op de 'grote' weg (A894) die ons verder naar het noorden leidt, via Unapool en Scorie gaan we dan verder naar de noordkust bij Durness. Cape Wrath, de meest noordwestelijke punt van het Britse vasteland laten we links liggen omdat we dan in tijdnood komen.
Uiteindelijk komen we weer terug op de 'grote' weg (A894) die ons verder naar het noorden leidt, via Unapool en Scorie gaan we dan verder naar de noordkust bij Durness. Cape Wrath, de meest noordwestelijke punt van het Britse vasteland laten we links liggen omdat we dan in tijdnood komen.
Iets voorbij Durness en voor Loch Eriboll liggen schitterende stranden. Het schijnt hier nooit druk te zijn en vandaag zeker niet aangezien het een sombere dag is en frisjes.
De rit rond Loch Eriboll duurt lang, maar de uitzichten vergoeden dat ruimschoots. Na het passeren van de zuidpunt wordt de weg weer breder en de volgende plaats is Tongue. Het is al ruim in de middag en we hebben al honderden kilometers gereden. Het wordt hoog tijd voor een pauze en in een verlaten restaurant worden we vriendelijk onthaald.
De weg terug is ook een lange: de A836 wordt weer een single track road (voor bijna 100 kilometer) die zich door een woest en vooral kaal gebied voortslingert. Heuvels ontbreken hier. Voorbij Bonar Bridge nemen we de B9176, een binnenweg die door prachtig bosachtig gebied loopt, kompleet verschillend van het ruige noordelijke gebied. Wanneer we uiteindelijk weer in Beauly aangekomen zijn en na een korte rustpauze, wordt ons gevoel van moeheid al snel een aangenaam gevoel van doezeligheid. Of heeft dat met de kroeg te maken? Wij hebben in ieder geval een prachtige lange dag gehad
De rit rond Loch Eriboll duurt lang, maar de uitzichten vergoeden dat ruimschoots. Na het passeren van de zuidpunt wordt de weg weer breder en de volgende plaats is Tongue. Het is al ruim in de middag en we hebben al honderden kilometers gereden. Het wordt hoog tijd voor een pauze en in een verlaten restaurant worden we vriendelijk onthaald.