Donderdag 20 juni, Helsinki - Jyvëskylë-Oulo, we zien vooral veel bossen

We worden (goed uitgerust) wakker met wild achter onze hut: een wilde eekhoorn die rustig z'n gang gaat. Maar wanneer we te dichtbij komen schiet hij weg. Al snel hebben we onze spullen gepakt en zijn we op weg naar het noorden. Eerst gaan we naar Heinola, een niet al te groot dorp waar een gezellige markt is. Op het marktplein nemen we een kop koffie, kopen wat fruit, en gaan dan op zoek naar de watertoren. Deze zou een goed uitzicht bieden over het dorp en de omgeving. Wanneer we eindelijk de toren vinden, blijkt dat we entree moeten betalen omdat er een orchideeën-kwekerij in gevestigd is. Omdat ook de bomen rondom de toren wel erg hoog lijken en we niet veel uitzicht verwachten, gaan we er maar niet in.
Vanaf Heinola rijden we een stukje terug om dan dan allemaal binnenweggetjes te nemen door een, volgens de kaart, meerrijk gebied. We krijgen er echter weinig van te zien. Vooral bos, bos en nog eens bos, waarvan het opvalt dat de stammen zo kaal zijn. Zure regen? Een gevolg van de ramp bij Tsjernobyl? Het ziet er in ieder geval niet gezond uit. Maar Bart Braafhart die al jaren in Finland woont mailde ons later het volgende: De kale stammen zijn doorgaans gelukkig geen gevolg van zure regen (veel Nederlanders denken dat als een boom kaal of dood is, dat een gevolg is van zure regen....). Waardoor zijn de stammen dan wel kaal? Nou, simpel, er komt onder de bomen minder licht. Dode bomen zijn vaak het gevolg van normale, natuurlijke 'ouderdomssterfte' (in de oerbossen). Bomen hebben nl. ook een eindig leven (soms enkele honderden jaren, maar toch).

We rijden en rijden om een leuk picknick-plekje te zoeken, maar overal waar we bij het water kunnen komen, zien we huizen en rijden er auto's. Na tientallen kilometers over zandpaden vinden we uiteindelijk een leuk plekje langs een meer, maar ook daar rijden auto's om de paar minuten langs.

Gelukkig houden wij wel van bos, anders is dit land onverdraaglijk. Maar het blijft apart dat in zo'n groot land met zo weinig inwoners toch overal bewoning is. Wij hebben een fantastische rit door de bossen en af en toe zien we een heus dorp. Maar ondanks alle meren in de buurt, zien we daar erg weinig van.

Het is nog goed warm wanneer we in Jyväskylä aankomen waar we op een camping aan een meer zitten. Tot 12u00 's nachts zien we mensen het water induiken. Ook onze Nederlandse buren zijn er weer. We maken een kort praatje en vernemen dat ze uit Purmerend komen. Grappig hoe je elkaar zo beetje bij beetje een heel klein beetje leert kennen.
Donker wordt het niet echt meer 's nachts en we barrikaderen de ramen met dekbedden en handdoeken. Toch gaan we ongemerkt laat naar bed, juist omdat het nog zo licht is.
Vrijdag 21 juni 2002, en nog meer bossen
Het is niet koud vandaag, maar wel bewolkt en af en toe dreigt er regen uit de wolken te vallen. Gelukkig gebeurt dat niet wanneer we op weg zijn naar Vaala. Tenminste, we denken dat we daar heen moeten. Dankzij onze Nederlandse buren, die verteld hadden dat zij voor deze nacht een andere overnachtingsplek hebben, kijken wij ook maar weer eens naar onze route, en jawel, ook wij moeten naar een andere plek dan het oorspronkelijke reisschema. Het zou te maken hebben met de eerste nacht van het weekend van de midzomernacht, een groot feest in heel Scandinavië.En weer rijden we langs honderden meren waarvan we vrijwel niets te zien krijgen.

In Reisjärvi komen we dit kerkje nog tegen als bezienswaardigheid, maar de rest van de reis gaat vooral om het afleggen van de afstand naar de volgende slaapplek. Wanneer we een leuke lunchplek zoeken, moeten we echt ons best doen om via afgelegen zandpaden ergens bij de oever van een meer te komen. Finland begint ons, heel eerlijk gezegd, een beetje tegen te vallen. Wij hadden toch een wat ruigere natuur verwacht, maar de bossen staan er keurig en herbeplant bij en de wegen zijn lang en recht en van de meren zien we te weinig. Erg weinig afwisseling dus.
We zijn nu op weg naar Kalajoki, gelegen aan de Botnische Golf, en waar we kunnen nemen we binnenweggetjes. We genieten van de bossen en af en toe doen we ons best om een glimp van een meer op te vangen. Waarschijnlijk moet je langer in Finland verblijven en meer op 1 plek om iets mee te krijgen van de 100.000 meren die Finland beweert te hebben.Wanneer we de camping bij Kalajoki naderen, blijkt het erg druk te zijn. Vanaf 4 uur staan we meer dan een uur in de file om de laatste kilometer naar de camping te overbruggen. De wegen staan vol met drankzuchtige jongelui, kraampjes en dronken jongelui. Bij de ingang van de camping wordt ons verteld dat we beter naar een andere slaapplek kunnen uitkijken en dat ze ons graag het geld teruggeven. Het feest zelf lijkt ons wel wat, maar dat er al zoveel dronken jongelui rondlopen om 4 uur is wat minder en we besluiten nog een eind door te rijden. We krijgen € 50 terug en gaan op zoek naar een andere plek.
Gelukkig is het nog vrij vroeg en we rijden door naar Kempele, ruim honderd kilometer naar het noorden, iets ten zuiden van Oulu. We treffen een motel dat precies € 50 kost, zodat we geen extra geld kwijt zijn. Maar nu hebben we wel een douche, water en een toilet in onze kamer! Wel missen we zo het feest van de middernachtzon, maar we treuren niet al te lang wanneer we heerlijk rustig in ons bed liggen zonder al te veel lawaai van buitenaf. Ook hebben we voor vrienden een aantal setjes Finse euro-munten weten te bemachtigen. Tenslotte weet de eigenares ons ook nog te vertellen dat Kalajoki een beruchte plaats is wat het midzomernachtfeest betreft, en dat er vrijwel ieder jaar wel een dode valt.
